Dagenlang heb ik de Heilige Maagd met Anna gezien...
terwijl Jozef alleen in Nazareth achterbleef, terwijl een van Anna's dienstmeisjes het huishouden voor hem op zich nam. Zij, Maria en Jozef, ontvingen hun voornaamste levensonderhoud van het huis van Anne, zolang zij leefde.
Ik zag de Heilige Maagd in de buurt van Anna banden en tapijten naaien en borduren. Ze leken het erg druk te hebben in huis. Joachim moet allang dood zijn geweest, want ik zag daar Anna's tweede echtgenoot en een klein meisje van zes tot zeven jaar oud. Ze hielp Maria en kreeg les van haar. Als het geen dochter van Anne was, dan moet het een van de kinderen van Maria Cleophas zijn geweest, ook wel Maria genoemd.
Ik zag Maria in een kamer zitten met andere vrouwen, en grote en kleine omslagen klaarmaken. Sommige waren geborduurd met goud en zilver. Er lag een grote sprei in een kist tussen de vrouwen, waar ze allemaal aan het breien waren, met twee kleine houten naalden en bolletjes gekleurde wol.
Anna had het erg druk. Ze ging van de een naar de andere, ontving en gaf wol. Allen verwachtten dat Maria in het huis van Anna zou bevallen, en deze dekens en andere dingen werden deels voorbereid voor de geboorte van het Kind en deels als geschenken voor de armen.
Alles was van het beste, en alles overvloedig en rijkelijk voorzien.
Zij wisten niet dat Maria noodgedwongen naar Bethlehem zou moeten reizen.
Jozef was op dat moment op weg naar Jeruzalem met vee om te offeren.
Ik zag hem terugkomen uit Jeruzalem. Hij had daarheen vee meegenomen om te offeren, en had zich neergezet bij het huis voor de poort van Bethlehem. Het was in dezelfde herberg dat hij en Maria later zouden stoppen, voor Maria's Reiniging. De herbergier was een Esseen.
Jozef ging vandaar naar Bethlehem, maar bezocht zijn familie niet. Hij was op zoek naar een plek om te bouwen, ook naar een manier om aan hout en gereedschap te komen, want in het voorjaar, na de bevalling van Maria - waarvan hij dacht dat die in Nazareth zou plaatsvinden - was hij van plan met haar naar Bethlehem te verhuizen, aangezien hij niet gaf om Nazareth.
Hij wilde een plek krijgen in de buurt van de herberg van de Essenen.
Van Bethlehem...
ging hij weer naar Jeruzalem om offers te brengen.
Toen hij terugkeerde van deze reis naar Jeruzalem...
en omstreeks middernacht het veld van Chimki overstak, zes uur van Nazareth...
verscheen er een engel aan hem...
en zei dat hij onmiddellijk met Maria naar Bethlehem moest vertrekken, aangezien het daar was dat haar Kind zou geboren worden.
De engel zei hem bovendien dat hij zichzelf moest voorzien van een paar benodigdheden, maar geen veters of geborduurde hoezen, en hij noemde alle andere dingen die hij moest meenemen.
Jozef was zeer verrast.
Hij kreeg ook te horen dat hij behalve de ezel waarop Maria zou rijden, ook een kleine ezelin van een jaar zou meenemen die nog niet had geworpen. Dit kleine dier moesten ze vrij laten rondlopen, en dan de weg volgen die het zou nemen.
Ik zag Jozef en Maria in hun huis in Nazareth.
Ook Anna was aanwezig.
Jozef informeerde hen over de bevelen die hij had ontvangen, en ze begonnen zich voor te bereiden op de reis. Anna had er veel last van.
De Heilige Maagd had de hele tijd een innerlijk vermanen gehad dat ze haar kind in Bethlehem moest baren, maar in haar nederigheid had ze gezwegen.
Ze wist het ook uit de profetieën. Ze had alle profetieën die verwijzen naar de geboorte van de Messias in haar kleine kast in Nazareth, ze las ze heel vaak en bad voor hun vervulling. Ze had ze van haar leraressen in de tempel gekregen en was er door dezelfde heilige vrouwen over geïnstrueerd.
Haar gebed was altijd voor de komst van de Messias. Ze achtte diegene gelukkig uit wie het Kind zou geboren worden, en wilde haar dienen als haar geringste dienstmaagd. In haar nederigheid had ze nooit de gedachte opgevat dat zijzelf de ware zou zijn.
Uit die profetieën wist ze...
dat de Heiland in Bethlehem geboren zou worden.
Daarom onderwierp ze zich liefdevol aan de Goddelijke Wil en begon haar reis.
Het was erg pijnlijk voor haar, aangezien het in dat seizoen koud was tussen de bergen.
Maria had een onuitsprekelijk gevoel dat zij van nu af aan alleen maar arm moest en kon zijn. Ze kon geen uiterlijke goederen bezitten, want ze had alles in zichzelf. Ze wist dat ze de Moeder van de Zoon van God moest worden. Ze wist en voelde dat, zoals door een vrouw de zonde in de wereld was gekomen, nu door een vrouw de Verzoening moest geboren worden.
Het was onder invloed van dit gevoel, dat ze had uitgeroepen:
'Ziehier de dienstmaagd van de Heer!'
Ik begreep evenzo dat Jezus rond middernacht door de Heilige Geest was verwekt...
en ook rond middernacht zou geboren worden.
[emmerich]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten