woensdag 15 februari 2023

woestijn 7


Gustave Doré


Tegen de avond van de volgende dag... 

zag ik Satan in de gedaante van een majestueuze engel... 

met een geluid als de ruisende wind naar Jezus toe komen. 

Hij was gekleed in een soort militaire kleding zoals ik H.Michael heb zien dragen. 

Maar te midden van zijn grootste pracht, kon je toch iets onheilspellends en afschuwelijks ontdekken. 

Hij sprak opschepperige woorden tot Jezus, iets in deze trant: 

'Ik zal U laten zien wie ik ben en wat ik kan doen, en hoe de engelen mij op handen dragen. Kijk daarginds, daar is Jeruzalem! Zie de tempel! Ik zal U op de hoogste top plaatsen. Laat Gij dan zien wat Gij kunt, en kijk of de engelen U naar beneden zullen dragen.' 

-

Terwijl Satan aldus sprak en Jeruzalem en de tempel aanwees... 

leek het alsof ik ze allebei heel dichtbij zag, vlak voor de berg. 

Maar ik denk dat het slechts een illusie was. 

-

Jezus antwoordde niet... 

en Satan greep Hem bij de schouders en droeg Hem door de lucht. 

Hij vloog laag naar Jeruzalem, en plaatste Jezus op het hoogste punt van een van de vier torens die uit de vier hoeken van de tempel oprezen en die ik nog niet eerder had opgemerkt. 

De toren waarnaar Satan Jezus droeg, stond aan de westkant in de richting van Sion en tegenover de citadel Antonia. De berg waarop de Tempel stond was aan die kant erg steil. 

De torens leken op gevangenissen, en in een ervan werden de kostbare gewaden van de hogepriester bewaard. De daken van deze torens waren plat, zodat men erop kon lopen. 

Maar vanuit het midden rees een hol, kegelvormig torentje op, afgedekt door een grote bol, waarop plaats was voor twee personen. Vanaf die positie kon men de hele tempel beneden bekijken.

-

Het was op het hoogste punt van de toren... 

dat Satan Jezus plaatste, die geen woord uitte. 

Toen vloog Satan naar de grond en riep tot Hem: 

'Als Gij de Zoon van God zijt, toon dan Uw macht en kom ook naar beneden, want er staat geschreven: u aangaande gebiedt Hij zijn engelen om u, waar gij ook gaat, te bewaren; zij zullen op de handen u dragen, dat gij niet uw voet aan een steen stoot' [Ps.91:11-12]...

Jezus antwoordde: 'Er staat ook geschreven: Gij zult Jahweh, uw God, niet tarten' [Deut.6:16].

Satan keerde woedend terug naar Jezus, die zei: 

'Maak gebruik van de macht die u is gegeven!'




Krishna


Toen greep Satan hem woest bij de schouders... 

en vloog met hem over de woestijn naar Jericho. 

Terwijl ik op de toren stond, zag ik de schemering aan de westelijke hemel. 

Deze tweede vlucht leek mij langer dan de eerste. 

Satan was vervuld van woede en woede. 

Hij vloog met Jezus nu eens hoog, dan weer laag, wankelend als iemand die zijn woede zou koelen als hij kon. Hij droeg Hem naar dezelfde berg, zeven uur van Jeruzalem, waarop Hij Zijn vasten was begonnen.

-

Ik zag dat Satan Jezus onderweg... 

laag over een oude dennenboom droeg. 

Het was een grote en nog krachtige boom die lang geleden in de tuin van een van de oude Essenen had gestaan. Elias had ooit een korte tijd in de buurt gewoond. De boom stond achter de grot en niet ver van de ruige afgrond. Dergelijke bomen werden gewoonlijk drie keer in één seizoen doorboord, en elke keer leverden ze een beetje terpentijn op.

-

Satan vloog met de Heer naar de hoogste top van de berg... 

en zette Hem op een overhangende, ontoegankelijke rots, veel hoger dan de grot. 

Het was nacht, maar terwijl Satan om zich heen wees, werd het helder... 

en onthulde de mooiste gebieden in alle delen van de wereld. 

De duivel sprak Jezus aan met woorden als deze: 

'Ik weet dat Gij een groot Leraar zijt, dat Ge nu op het punt staat om discipelen om U heen te verzamelen en Uw leerstellingen te verkondigen. Zie, al die prachtige landen, die machtige naties! Klein Judea dat ginds ligt! Ga liever naar deze! Ik zal ze aan U overhandigen, als Ge mij, neerknielend,  wilt aanbidden!' 

Met aanbidden bedoelde de duivel die eerbetuiging die gebruikelijk was onder de Joden, en vooral onder Farizeeën, wanneer ze koningen en grote persoonlijkheden om gunsten smeekten. 


geboorte van Buddha


Deze verleiding van satan was gelijk aan die andere... 

waarin hij, vermomd als een van Herodes' officieren, Jezus had proberen te verleiden om zijn intrek te nemen in het kasteel van Jeruzalem, en Hem had aangeboden Hem te helpen bij zijn onderneming. Het was van dezelfde soort, hoewel een graad erger. 

Terwijl Satan rondkeek, zag men eerst uitgestrekte landen en zeeën, met hun verschillende steden waar koningen in koninklijke pracht en praal, en gevolgd door ontelbare krijgers, triomfantelijk binnen trokken. 

Terwijl men staarde, werden deze taferelen steeds preciezer, tot ze uiteindelijk in de directe omgeving leken te zijn. Men keek neer op al hun details, elk tafereel, elk volk dat verschilde in gewoonten en manieren, in pracht en praal.

-

Satan wees in elk hun specifieke aantrekkingskracht aan. 

Hij stond vooral stil bij die van een land waarvan de inwoners ongewoon lang en magnifiek waren. Het waren bijna reuzen. Ik denk dat het Perzië was. Satan raadde Jezus aan om daar vooral heen te gaan om te onderwijzen. 

Hij liet hem Palestina zien, maar als een arm, klein, onbeduidend oord. 

Dit was een wonderbaarlijk visioen! 

Zo uitgebreid, zo helder, zo groots en magnifiek!

-

De enige woorden die Jezus uitte waren: 

'De Heer, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen! Ga weg van Mij, Satan!' 

Toen zag ik Satan in een onuitsprekelijk afschuwelijke gedaante oprijzen van de rots... 

zichzelf in de afgrond werpen en verdwijnen... 

alsof de aarde hem had opgeslokt.


[emmerich]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten