woensdag 15 februari 2023

woestijn 4


Ivan Kramskoi


Satan wist niet van de goddelijkheid van Christus. 

Hij hield Hem voor een Profeet. 

Hij had Zijn heiligheid van jongs af aan opgemerkt, evenals die van Zijn moeder. 

Maar Maria trok zich niets van Satan aan. Ze luisterde nooit naar een verleiding. Er was niets in haar waarop Satan zich kon hechten. Hoewel ze de allermooiste vrouw was, de mooiste maagd, dacht ze nooit aan een vrijer, behalve bij de heilige loterij, bij de bloei van de roeden in de tempel, als er sprake was van haar huwelijk. 

Dat het Jezus ontbrak aan een zekere farizeïsche strengheid jegens zijn discipelen op niet-essentiële punten, verbaasde de goddeloze duivel. Hij hield Hem voor een man, omdat de vermeende onregelmatigheden van Zijn discipelen de Joden wel aanstoot gaven.

-

Daar Satan Jezus vaak met felheid had zien ontvlammen, bedacht hij een keer om Hem te irriteren, door de gedaante aan te nemen van een van de discipelen die Hem daarheen waren gevolgd. 

En aangezien hij ook voorbeelden had gezien van Zijn tederheid van hart, probeerde hij op een ander moment, in de gedaante van een afgeleefde oude man, Zijn medeleven op te wekken. 

En nog een keer als een Esseen, om met Hem te redetwisten. 




Ik zag hem dus bij de ingang van de grot... 

in de gedaante van de zoon van een van de drie weduwen, een jongeman die bijzonder geliefd was bij Jezus. Hij maakte een geluid om de aandacht te trekken, denkend dat Jezus ontevreden zou zijn over het feit dat zijn discipel Hem tegen zijn verbod in was gevolgd. 

Jezus keek hem niet één keer aan. 

Toen stak Satan zijn hoofd naar binnen, en begon te praten, eerst over het een, toen over het ander, en ten slotte over Johannes de Doper, die, zei hij, erg verontwaardigd was over Jezus, omdat Hij inbreuk maakte op zijn rechten, door ook Zijn discipelen toe te staan te dopen van tijd tot tijd.

-

Verijdeld in deze eerste list... 

probeerde Satan een andere. 

Hij zond zeven, acht of negen verschijningen van de discipelen de grot in. 

Ze kwamen de een na de ander binnen, en zeiden tegen Jezus dat Eustachius hun had verteld dat Hij daar was en dat ze Hem met zoveel angst hadden gezocht. Ze smeekten Hem Zijn leven niet bloot te geven in dat wilde verblijf, hen niet in de steek te laten. De hele wereld had het over Hem, vervolgden ze, en Hij mocht niet toestaan dat er zulke dingen werden gezegd. 

Maar het enige antwoord van Jezus was: 

'Trek je terug, Satan! Het is nog geen tijd!'

En de fantomen verdwenen.


William Blake


Weer naderde Satan... 

in de gedaante van een zwakke oude man... 

een eerbiedwaardige Esseen, moeizaam zwoegend de steile berg op. 

De beklimming leek hem zo moeilijk, dat ik echt medelijden met hem had. 

Bij het naderen van de grot, viel hij met een luid gekreun flauw van uitputting bij de ingang. 

Maar Jezus lette niet op hem, zelfs niet met een blik. 

-

Toen stond de oude man moeizaam op... 

en stelde zich voor als een Esseen van de berg Karmel. 

Hij had, zei hij, van Jezus gehoord, en hoewel hij bijna uitgeput was door de inspanning, was hij Hem hierheen gevolgd om een poosje bij Hem te zitten en over heilige dingen te praten. 

Ook hij wist wat het was om te vasten en te bidden, en als twee hun gebeden tot God zouden verenigen, werd de opbouw groter. 

Jezus sprak slechts enkele woorden, zoals: 

'Verdwijn, Satan! Het is nog geen tijd!' 


R. Ceesay


Toen ontdekte ik dat het Satan was. 

Want toen hij zich omdraaide en verdween... 

zag ik hem donker worden en afschuwelijk om te zien. 

Ik kreeg zin om te lachen toen ik eraan dacht dat hij zich op de grond had gegooid... 

en weer moest opstaan.

-

Toen Satan vervolgens Jezus kwam verleiden... 

nam hij de gedaante aan van de oude Eliud. 

Satan moet hebben geweten dat Zijn Kruis en Lijden door de engelen aan Jezus waren getoond. 

Want hij zei dat hij een openbaring had gehad van de zware beproevingen die Hem te wachten stonden 

en dat hij voelde dat Hij die niet zou kunnen weerstaan. 

Tot een vasten van veertig dagen, vervolgde hij, was Jezus niet in staat. 

Daarom was hij, aangespoord door liefde voor Hem, gekomen om Hem nog een keer te zien. 

Om te smeken om toestemming te krijgen Zijn wilde verblijf te mogen delen... 

en een deel van Zijn belofte op zich te nemen. 

Jezus schonk geen aandacht aan de verleider... 

maar hief Zijn handen op ten hemel en zei: 

'Mijn Vader, neem deze verzoeking van Mij weg!' 

waarop Satan in een afschuwelijke gedaante verdween.


[emmerich]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten