En nu regelde Jezus Zijn processie.
De apostelen beval Hij om twee aan twee voor Hem uit te gaan...
zeggende dat zij, vanaf dit moment en na Zijn dood...
overal de Gemeenschap (de Kerk) moesten leiden.
Petrus ging voorop...
gevolgd door degenen die het evangelie...
naar de verste streken moesten brengen.
Terwijl Johannes en Jacobus de Jongere
onmiddellijk voor Jezus liepen.
Allen droegen palmtakken.
Zodra de twee discipelen, die in de buurt van Bethfage stonden te wachten...
de processie zagen aankomen, haastten ze zich naar voren...
om Hem tegemoet te gaan...
en namen de twee dieren mee.
De ezelin was bedekt met tooi die tot haar voeten hing.
Alleen haar kop en staart waren zichtbaar.
-
Jezus trok nu het prachtige feestgewaad van fijne witte wol aan...
dat een van de discipelen daarvoor had meegebracht.
Het was lang en vloeiend met een sleep.
De brede gordel die het om de middel omsloot, droeg een inscriptie in letters.
Hij legde toen een brede stola om Zijn nek die tot de knieën reikte...
op de twee uiteinden waarvan zoiets als schilden in het bruin waren geborduurd.
-
De twee discipelen hielpen Jezus in de dwarsbank op de ezelin.
Het dier had geen hoofdstel, maar om haar nek hing een smalle strook stof losjes naar beneden.
Ik weet niet of Jezus op de ezelin reed of op haar veulen, want ze waren even groot.
De ruiterloze dier rende naast het andere.
Eliud en Silas liepen aan weerszijden van de Heer...
en Eremenzear achter Hem.
Daarna volgden de meest recentelijk ontvangen discipelen...
van wie Hij sommigen van Zijn laatste grote reis had meegebracht...
en anderen die nog later waren ontvangen.
De heilige vrouwen vormden...
toen de processie eenmaal was opgesteld...
twee aan twee, de achterhoede.
De Heilige Maagd...
die tot dan toe altijd op de achtergrond was gebleven...
liep nu bij hen op kop.
[emmerich]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten