zondag 26 februari 2023

vaarwel 2






Het hoofdgebouw, het eigenlijke Cenaculum... 

was een lang gebouw met vier hoeken, omgeven door een lage colonnade... 

die opengegooid kon worden en zo één werd met de hoge hal erachter. 

Het hele gebouw rustte op kolommen of pilaren, en was zo geconstrueerd dat de blik in alle richtingen kon doordringen, t.t.z. wanneer de draagbare schermen die gewoonlijk in gebruik waren, werden verwijderd. Het licht viel door openingen aan de bovenkant van de muren. 

Aan de voorkant (en dit was de smalle kant van het gebouw) was een voorkamer, waarin drie ingangen uitkwamen. Van daaruit stapte men in de hoge en mooi geplaveide binnenhal, waar aan het dak verschillende lampen hingen. 

De zalen waren versierd voor het feest. Halverwege waren ze opgehangen met mooie matten, of wandtapijten, en de geopende opening in het plafond was bedekt met blauw gaas, glanzend en transparant. De achterkant van de zaal werd afgesloten door een gordijn van hetzelfde soort gaas. 

Het Cenaculum, gescheiden van de rest van de kamer, als gevolg van deze verdeling in drie delen, vertoonde enige gelijkenis met de tempel, aangezien het een voorplein, een heiligdom en het heilige der heiligen had. 





Aan weerszijden van de laatste divisie... 

lagen gewaden en andere dingen die nodig waren voor het feest. 

In het midden stond een soort altaar. 

Uit de muur stekend, en op drie treden gebouwd, stond een stenen bank, in de vorm van een rechthoekige driehoek, waarvan de scherpe hoek in de muur was ingepast.

Het moet de bovenzijde zijn geweest van de oven waarin het Paaslam werd geroosterd, want bij de maaltijd van vandaag was het behoorlijk warm rond de treden. 

Aan de ene kant van dit appartement, was een uitgang... 

die naar de hal achter dat uitsteeksel leidde, en vanuit die hal... 

was er een afdaling naar de ondergrondse gewelven en kelders waar het warm was. 

Op het uitsteeksel, of altaar, lagen verschillende dingen ter voorbereiding van het feest... 

zoals kisten of lades, die kunnen worden uitgetrokken. 

Er bovenop waren openingen, zoals een traliewerk, en een plek om vuur te maken... 

maar ook om het te doven. Ik kan het niet in detail beschrijven. 




Het bleek een soort vuurplaats te zijn... 

voor het bakken van paasbrood en andere soorten gebak... 

voor het branden van wierook... 

of, op bepaalde festivals, voor het consumeren van wat er nog over was van het offer. 

Het was als een Paas-keuken. 




Boven deze haard, of dit altaar... 

bevond zich een soort nis, gevormd uit uitstekende spanten... 

en met daarboven een klep, waarschijnlijk om rook te laten ontsnappen. 


Aan het plafond... 

boven de nis opgehangen en ervoor hangend, zag ik de figuur van een paaslam. 

Een mes stak in zijn keel en het bloed leek op het altaar te druppelen. 

Ik weet niet meer precies hoe dit laatste tot stand kwam. 



Achter in de nis bevonden zich drie kleine vakjes, of kastjes... 

die net als onze tabernakels draaiden om te openen of te sluiten. 

Daarin zag ik allerlei vazen voor de Paasmaaltijd en diepe ovale schalen. 

Later werd daar het Allerheiligst Sacrament gehouden. 

In de zijzalen van het Cenakel waren hier en daar schuine divans gebouwd waarop zware dekens lagen opgerold. Dit waren de slaapplaatsen. 



Fijne kelders strekten zich uit onder het hele gebouw. 

De rustplaats van de Ark van het Verbond was ooit in het achterste gedeelte, direct onder de plek waar nu de Paas-vuurplaats stond. Onder de kelders liepen vijf goten, die dienden om het afval af te voeren naar de helling van de heuvel waarop het huis stond. 

Op verschillende momenten zag ik Jezus hier onderwijzen en genezen. 

De discipelen bleven vaak overnachten in de zijhallen.


[emmerich]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten