Voor het aanbreken van de dag...
sprak Jezus, Petrus en Johannes bij zich roepende...
uitvoerig met hen over wat zij moesten bestellen, welke voorbereidingen zij in Jeruzalem moesten treffen voor het eten van het paaslam.
De discipelen hadden Jezus de dag ervoor gevraagd waar dit avondmaal gehouden zou worden. Jezus vertelde de twee apostelen dat ze bij het beklimmen van de berg Sion een man zouden ontmoeten die een waterkruik droeg, iemand die ze al kenden, omdat hij dezelfde was die het jaar ervoor in Bethanië het paasmaal voor Jezus had bijgewoond.
Ze moesten hem volgen naar binnen en tegen hem zeggen: 'De Meester gebiedt ons u te zeggen dat Zijn tijd nabij is. Hij wil het Paasfeest bij u thuis vieren.'
Ze moesten dan vragen om de avondmaal-kamer te zien, die ze klaar zouden vinden, en daar moesten ze alles klaarmaken wat nodig was.
Ik zag de twee apostelen naar Jeruzalem gaan...
door een ravijn dat ten zuiden van de tempel en ten noorden van Sion liep.
Aan de zuidkant van de berg waarop de tempel stond, stonden enkele rijen huizen, waartegenover een snel stromend beekje naar beneden stroomde; aan de andere kant van deze stroom, liep de weg waarlangs de apostelen naar boven gingen.
Toen ze een punt van Sion bereikten dat hoger was dan de Tempelberg, draaiden ze zich naar het zuiden en ontmoetten de man die door Jezus was aangewezen, op een enigszins stijgende open plek, in de buurt van een oud gebouw, omgeven door binnenplaatsen.
Ze volgden hem en brachten hem, toen ze in de buurt van het huis waren, de boodschap van Jezus over. Hij toonde veel plezier bij het hen zien en leren van hun boodschap.
Hij vertelde hen dat hij al opdracht had gekregen om een avondmaal te bereiden (waarschijnlijk door Nicodemus), hoewel hij niet wist voor wie, maar nu verheugde hij zich enorm dat het voor Jezus was.
Deze man was Heli.
De zwager van Zacharias van Hebron, dezelfde in wiens huis in Hebron Jezus, na een bepaalde sabbat van het voorgaande jaar, de dood van Johannes aan de familie had aangekondigd.
Hij had vijf ongehuwde dochters, maar slechts één zoon, die een Leviet was en een vriend van Lucas was geweest voordat deze zich bij de Heer aansloot.
Heli ging elk jaar met zijn bedienden naar het Pesach-feest, huurde een eetzaal en bereidde de paasmaaltijd voor mensen die geen vrienden in de stad hadden.
Bij deze gelegenheid...
had Heli de eetzaal gehuurd van een ruim oud huis van Nicodemus en Jozef van Arimathea.
Aan de zuidkant van de berg Sion, niet ver van de citadel van David en van de markt, die aan de oostelijke opgang naar die citadel lag, stond het op een open binnenplaats, omringd door binnenplaatsen met massieve muren, en tussen rijen schaduwbomen.
Rechts en links van de ingang, en net binnen de muren, stonden een paar kleinere gebouwen. In een ervan vierden de Heilige Maagd en de andere heilige vrouwen het paasmaal, en eveneens daar trokken ze zich na de kruisiging regelmatig terug.
Het grote gebouw, dat wil zeggen het hoofdgebouw...
waarin de door Heli gehuurde eetzaal was ondergebracht...
stond iets achterin het midden van de binnenplaats.
Het was in dit huis, in de tijd van koning David, dat zijn dappere helden en generaals zich gewapend oefenden.
Hier ook, voor de bouw van de tempel, had de Ark des Verbonds lang gestaan. Sporen van zijn aanwezigheid waren nog steeds te vinden in een ondergronds appartement.
Ik heb ook de profeet Malachias verborgen in deze kluis gezien. Daar schreef hij zijn profetieën over het Allerheiligste Sacrament en het Offer van de Nieuwe Wet.
Salomo hield dit huis eveneens in ere, en verrichtte er een symbolische handeling in, maar ik ben nu vergeten wat. Toen een groot deel van Jeruzalem door de Babyloniërs werd verwoest, bleef dit huis gespaard.
Graf van David en Cenakel vandaag
Het was nu eigendom van Nicodemus en Jozef van Arimathea.
Die het hoofdgebouw op een zeer geschikte manier inrichtten. en het verhuurden als gastenverblijf voor vreemdelingen die met Pasen naar Jeruzalem kwamen.
Bovendien dienden het huis en zijn bijgebouwen gedurende het jaar als pakhuizen voor grafstenen, bouwstenen en als plaats voor steenhouwen in het algemeen.
Want Jozef van Arimathea bezat een uitstekende steengroeve in zijn eigen land. Hij handelde in monumenten, architectonische ornamenten en zuilen, die hier onder zijn eigen oog werden gebeeldhouwd.
Nicodemus hield zich ook bezig met bouwen, en besteedde veel van zijn vrije tijd aan beeldhouwen. Behalve tijdens festivals, werkte hij hier vaak in de hal of in het gewelf eronder, om beelden te beeldhouwen.
Het was dankzij deze kunst dat hij een vriendschap had gesloten met Jozef van Arimathea, en veel van hun transacties werden samen ondernomen.
[emmerich]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten