dinsdag 21 februari 2023

sterre-stad 4






Na een korte tijd bij de fontein doorgebracht te hebben... 

werd Jezus door de overdekte tentenlaan naar het kasteel en de grote achthoekige zaal geleid. 

In het midden verrees een steunpilaar, waaromheen, boven elkaar, kleine ronde holtes waren waarin verschillende voorwerpen konden worden geplaatst. 

De muren waren behangen met gekleurd tapijt waarop bloemen waren afgebeeld en figuren van jongens die drinkbekers vasthielden, en de vloer was voorzien van vloerbedekking. 

Jezus verzocht Mensor hem onmiddellijk naar Theokeno te brengen, wiens kamers zich in de van tralies voorziene kelder bij de kleine tuin bevonden. Hij rustte op een met kussens beklede divan en nam deel aan de maaltijd die werd opgediend in gerechten van ongekende schoonheid. 

De vleesgerechten waren zeer elegant bereid. Kruiden, fijn en delicaat, werden op de borden gerangschikt om kleine tuinen voor te stellen. 

De bekers waren van goud. Onder de vruchten was er één bijzonder opmerkelijk. Het was geel, geribbeld, erg groot en bekroond door een plukje bladeren. Vooral de honingraten waren prima. 

Jezus at alleen wat brood en fruit en dronk uit een beker die nog nooit eerder was gebruikt. Dit was de eerste keer dat ik Hem met heidenen zag eten. Ik zag Hem hier hele dagen achtereen onderwijzen, en maar zelden een hap nemen.

-

Hij onderwees tijdens die maaltijd... 

en tenslotte vertelde Hij zijn gastheren... 

dat Hij geen gezant van de Messias was... 

maar de Messias zelf. 





Toen ze dit hoorden, vielen ze in tranen op de grond. 

Vooral Mensor huilde van emotie. 

Hij kon zichzelf niet bedwingen uit liefde en eerbied... 

en kon niet begrijpen hoe Jezus zich had kunnen verwaardigen om naar hem toe te komen. 

Maar Jezus vertelde hem dat Hij zowel voor de heidenen als voor de Joden was gekomen. 

Dat Hij was gekomen voor allen die in Hem geloofden. 


Toen vroegen ze Hem of het geen tijd voor hen was om hun land te verlaten, en Hem onmiddellijk naar Galilea te volgen, want, zoals ze Hem verzekerden, ze waren beslist bereid om dat te doen. 


Maar Jezus antwoordde... 

dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld was... 

en dat ze verontwaardigd zouden zijn...

dat ze zouden wankelen in het geloof... als ze zouden zien... 

hoe Hij door de Joden zou worden geminacht en mishandeld. 

Deze woorden konden ze niet begrijpen. 


En ze vroegen... 

hoe het kon dat het zo goed kon gaan met de slechten... 

terwijl de goeden zo moesten lijden. 

Jezus legde hen toen uit dat zij die op aarde genieten... 

in het hiernamaals rekenschap moeten afleggen... 

en dat dit leven er een van boetedoening is.





De koningen hadden enige kennis van Abraham en David. 

En toen Jezus over zijn voorouders sprak, haalden ze enkele oude boeken tevoorschijn en doorzochten ze om te zien of ook zij niet konden beweren dat ze van hetzelfde ras afstamden. 

De boeken hadden de vorm van tabletten die in een zigzagvorm opengingen, zoals voorbeeldpatronen. Deze heidenen waren zo kinderlijk, zo verlangend om alles te doen wat hun werd opgedragen. 

Ze wisten dat de besnijdenis aan Abraham was voorgeschreven, en ze vroegen de Heer of ook zij dit deel van de wet moesten gehoorzamen. 

Jezus antwoordde dat het niet langer nodig was... 

dat ze hún kwade neigingen al hádden besneden... 

en dat ze dat nog meer zoúden doen. 

-

Toen vertelden ze Hem dat ze iets wisten van Melchisedek... 

en zijn offer van Brood en Wijn. 

En zeiden dat ook zij een offer van dezelfde soort hadden... 

namelijk een offer van kleine blaadjes en een soort groene drank. 

Toen ze het aanboden, spraken ze enkele woorden als deze: 


'Wie mij eet en vroom is

zal alle soorten geluk hebben.' 



Jezus vertelde hen... 

dat het offer van Melchisedek een type/model was van/voor het Allerheiligste Offer... 

en dat Hij Zelf het Slachtoffer was. 


Aldus hadden deze heidenen, hoewel in duisternis gehuld... 

vele vormen van waarheid bewaard.







Ofwel de nacht die voorafging aan de komst van Jezus... 

ofwel de nacht die daarop volgde, ik kan nu niet zeggen welke precies... 

waren alle paden en lanen tot op grote afstand rond het tentenkasteel schitterend verlicht. 

Doorzichtige bollen met lampjes erin stonden op palen... 

en elke bol was bekroond door een kroontje... 

dat glinsterde als een ster.







[emmerich]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten