De woorden van de Schrift...
'Hij werd door de Geest naar de woestijn geleid'...
betekenen dat de Heilige Geest, die op Jezus neerdaalde op het moment van Zijn doop, toen Hij toestond dat Zijn Menselijkheid tot op zekere hoogte zichtbaar werd doordrongen door de Goddelijkheid... Hem ertoe dreef de woestijn in te trekken...
om zich als mens in nauw contact met zijn hemelse Vader...
voor te bereiden op zijn roeping tot lijden.
-
Geknield in de grot, met uitgestrekte armen...
bad Jezus tot zijn hemelse Vader om kracht en moed in al het lijden dat hem te wachten stond.
Hij zag alles van tevoren en smeekte om de genade die voor elk nodig was. Al Zijn kwellingen, al Zijn pijnen gingen in een visioen aan mij voorbij, en ik zag Hem troost en verdienste ontvangen voor elkeen.
Een wolk van wit licht, zo groot als een kerk, daalde neer en zweefde boven Hem. Aan het einde van elk gebed naderden geesten Hem. Toen ze dicht bij Hem waren, namen ze een menselijke gedaante aan, brachten Hem eer en presenteerden Hem troost en beloften uit de Hoge.
Ik zag toen dat Jezus, hier in de woestijn, voor ons al onze troost, al onze kracht, onze hulp, onze overwinning in verzoeking heeft verworven; voor ons verdienste kocht in strijd en verovering; waarde gaf aan ons vasten en onze verstervingen; en aan God de Vader al Zijn toekomstige arbeid en lijden offerde, om daarmee waarde te geven aan de gebeden en geestelijke werken van al Zijn trouwe volgelingen in de komende eeuwen.
Ik zag de schat die Hij daarmee voor de Kerk vergaarde, en die zij tijdens de veertigdaagse vastentijd opent voor haar kinderen. Tijdens dit gebed zweette Jezus Bloed.
-
Van deze berg daalde Jezus weer af naar de Jordaan...
naar het land tussen Gilgal en Johannes' doopplaats, ongeveer een uur verder naar het zuiden. Hij stak dat smalle maar diepe deel van de rivier op een balk over en vervolgde zijn weg, Bethabara naar rechts verlatend. Hij stak verschillende hoofdwegen over die naar de Jordaan leidden en nam de ruige bergpaden vanuit het zuidoosten door de wildernis. Hij ging door de vallei die naar Callirrhoe leidde, stak een kleine stroom over en beklom een berguitloper iets naar het noorden waar Jachza in een vallei aan de overkant ligt. De Kinderen van Israël versloegen Sihon, de koning van de Amorrhieten, hier in een veldslag, waarin de Israëlieten slechts drie tegen zestien waren. Maar God deed een wonder ten behoeve van Zijn volk. Een angstaanjagend geluid overspoelde de Amorrhieten en joeg hen angst aan.
Jezus bevond zich nu op een zeer woeste bergketen, ongeveer negen uur van de Jordaan, en veel woester en verlatener dan die bij Jericho, die er vrijwel tegenover ligt.
-
De Goddelijkheid van Jezus, evenals Zijn missie, was verborgen voor Satan.
De woorden: 'Dit is Mijn geliefde Zoon in Wie Ik Mijn welbehagen heb [blij/tevreden ben]', werden door Satan opgevat als gesproken over een gewoon mens, een profeet.
Jezus was al vaker en op velerlei manieren innerlijk gekweld.
De eerste verleiding die Hij ervoer was: 'Deze natie is zo verdorven. Zal ik dit alles ondergaan en toch het werk waarvoor ik op aarde kwam niet volbrengen?' Maar met oneindige liefde en barmhartigheid overwon Hij de verleiding, ondanks al Zijn kwellingen.
-
Jezus bad in de grot.
Soms op de grond, dan weer knielend of staand.
Hij droeg Zijn gebruikelijke kleding, maar zonder gordel, los en golvend, Zijn voeten bloot.
Zijn mantel, een paar portefeuilles en de gordel lagen vlakbij op de grond.
Dagelijks was Zijn gebedswerk anders.
Dagelijks verwierf Hij voor ons nieuwe genaden...
die van vandaag anders dan die van de vorige avond.
Zonder deze arbeid van Hem zou onze weerstand tegen verleiding...
nooit verdienstelijk zijn geweest.
[emmerich]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten