dinsdag 21 februari 2023

sterre-stad 7



Gedurende de hele sabbat... 

waren de heidenen bijeengekomen binnen de omheining rond hun tempel: mannen, vrouwen, jongeren en meisjes — ze hadden allemaal hun eigen rij zitplaatsen. Nadat Jezus klaar was met zijn viering van de sabbat, ging hij naar de heidenen en toen was ik getuige van een prachtig tafereel. 

In het midden van de vrouwencirkel stond het beeld van de draak. De vrouwen waren heel verschillend gekleed volgens hun rang. De armsten droegen onder hun lange mantels slechts een kort kledingstuk, heel eenvoudig. De meer gedistingeerden echter waren uitgedost zoals de vrouw die ik nu voor de draak zag stappen. 

Het was een fors eruitziende vrouw, van een jaar of dertig. Onder haar lange mantel, die ze neerlegde terwijl ze zat, droeg ze een stijve gevlochten tuniek, en een jasje dat heel nauw om hals en borst zat en versierd was met glinsterende juwelen en kleine kettingen. Van de schouder tot de elleboog hingen panden als open halve mouwen, en de rest van de armen was, net als de onderste ledematen, bedekt met kant en armbanden. 

Op haar hoofd droeg ze een nauwsluitende muts die tot aan de ogen reikte, de wangen en kin gedeeltelijk verborg, en geheel gevormd was uit rijen gekrulde veren. 

Boven het midden van het hoofd, vanaf het voorhoofd naar achteren gebogen, ontstond een soort rol of kussen waardoor het haar te zien was, gevlochten en versierd. V

Van de oren tot aan de borst hingen een groot aantal lange sierkettingen.

-

Voordat de priester zijn onderricht begon... 

ging de vrouw, in aanwezigheid van vele anderen, voor de draak uit... 

wierp zich voor hem neer en kuste de aarde. 

Ze voerde deze actie uit met uitgesproken enthousiasme en toewijding. 

Op dat moment stapte Jezus in het midden van de kring en vroeg waarom ze dat deed. 

Ze antwoordde dat de draak haar elke ochtend voor de dag wakker maakte, voor ze opstond, zich omdraaide naar de hoek waarin het beeld stond, neerknielde voor haar bed en hem aanbad. 

Jezus vroeg vervolgens: 'Waarom werpt gij uzelf neer voor Satan? Uw geloof is in bezit genomen door Satan. Het is inderdaad waar dat ge wakker zult gemaakt worden, maar níet door Satan. Het is een engel die u zal wekken. Kijk maar wie gij aanbidt!' 




Op hetzelfde moment stond er naast de vrouw... 

en in het zicht van alle aanwezigen... 

een geest... 

in de vorm van een magere, roodachtige figuur... 

met een scherp, afschuwelijk gelaat. 

-

De vrouw deinsde geschrokken achteruit. 

Jezus wees naar de geest en zei: 'Dit is degene die het gewend is u wakker te maken, maar ieder mens heeft ook een goede engel. Kniel voor hém neer en volg zíjn raad op!' 

Bij deze woorden van Jezus zagen allen een prachtige, lichtgevende figuur... 

in de buurt van de vrouw zweven. 

Bevend knielde ze voor hem neer. 





Zolang Satan naast de vrouw stond... 

bleef de goede engel achter haar. 

Maar toen hij verdween, kwam de engel naar voren. 

De vrouw, diep getroffen, keerde nu terug naar haar plaats. 

Cuppes heette ze. 

Ze werd later Serena gedoopt door Thomas... 

onder welke naam ze ook de marteldood stierf... 

en als heilige werd vereerd.

-

In Zijn instructie aan de jongelingen en meisjes... 

die in de buurt van de vogel verzameld waren... 

waarschuwde Jezus om gepaste mate in acht te nemen in hun liefde voor zowel de mensen als de lagere diersoorten, want er waren sommigen onder hen die hun ouders bijna aanbaden, en anderen die meer genegenheid toonden voor dieren dan voor hun medemens.




Op de laatste dag van het feest... 

wilde Jezus een toespraak houden in de tempel... 

voor de priesters en koningen en het hele volk. 

Opdat ook de bejaarde koning Theokeno tot zijn toehoorders zou behoren, ging Jezus met Mensor naar hem toe en beval hem op te staan en hem te vergezellen. Hij nam hem bij de hand, en Theokeno, die niet twijfelde, stond meteen op en kon lopen. Jezus leidde hem naar de tempel, en vanaf dat moment behield hij het gebruik van zijn ledematen. 

Jezus beval de deuren van de piramidale tempel te openen... 

zodat álle mensen buiten Hem zowel konden zien als horen. 

-

Hij onderwees soms buiten onder de mannen en vrouwen, de jongeren, de meisjes en de kinderen, waarbij hij veel van de gelijkenissen over hen vertelde die Hij vroeger aan de Joden had verteld. Zijn toehoorders hadden het voorrecht Hem te onderbreken om vragen te stellen, want Hij had hun dat bevolen. 

Soms riep Hij ook iemand op om voor alle anderen hardop de twijfels uit te spreken die hem kwelden, want Hij kende de gedachten van elkeen. Een van de vragen die ze stelden was deze: waarom wekte Hij hier geen doden tot leven, en genas geen zieken, zoals de Koning der Joden had gedaan? 

Jezus antwoordde dat Hij zulke wonderen niet verrichtte onder heidenen, maar dat Hij enkele mannen zou sturen die vele wonderen onder hen zouden verrichten, en dat zij door het doopbad weer rein zouden worden. Tot die tijd moesten ze, zei Hij, Zijn woorden in geloof aannemen.


[emmerich]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten