zaterdag 18 februari 2023

driekoningen 2





Bij het aanbreken van de dag... 

nam Jezus afscheid van de apostelen en discipelen, naar wie Hij allemaal zijn hand uitstak. Ze waren erg bezorgd over het feit dat Hij alleen drie jongelingen meenam. 

Deze jongeren waren tussen de zestien en achttien jaar oud, en heel anders dan de joden. Ze waren slanker en actiever, en droegen lange kledingstukken. Ze waren als kinderen voor Jezus, op wie ze altijd met grote genegenheid wachtten.

Als ze bij water kwamen, wasten ze Zijn voeten. Ze renden her en der de weg op en kwamen dan terug met kleine staven, bloemen, fruit of bessen. Jezus onderrichtte hen liefdevol en legde hun in gelijkenissen alles uit wat er tot dan toe was gebeurd.




De ouders van deze jongeren behoorden tot de familie van Mensor. 

Ze waren met de karavaan van de Drie Koningen naar Palestina gekomen, en waren bij het vertrek ervan huis achtergebleven, tussen de herders in de Vallei der Herders. Ze waren Joden geworden, getrouwd met de dochters van de herders, en in het bezit gekomen van weilanden tussen Samaria en Jericho.

De jongste van de jongeren heette Eremenzear, later Hermas. Hij was de jongen die Jezus, op gebed van zijn moeder, had genezen in de streek van Sichar, na Zijn onderhoud met de Samaritaanse bij Jacob's Bron. De tweede was Sela of Silas. En Eliud, de oudste, ontving bij de doop de naam Siricius. 

Ze werden ook wel de geheime discipelen genoemd, en in een latere periode werden ze geassocieerd met Thomas, Johannes en Paulus.

Eremenzear schreef een verslag van deze reis.




Op deze reis droeg Jezus een bruine tuniek...

gebreid of geweven, die in plooien lang en wijd om Hem heen viel. Daaroverheen had Hij een lang gewaad van fijne witte wol met wijde mouwen. Het werd om het middel vastgemaakt met een brede gordel van dezelfde stof als de sjaal die Hij tijdens het slapen om zijn hoofd wikkelde. 

Jezus was groter dan de apostelen. Lopend of staand, rees zijn mooie, ernstige gezicht boven hen uit. Zijn tred was stevig, Zijn houding rechtop. Hij was niet mager of dik, maar adellijk gebouwd, en zag er volmaakt gezond uit. Zijn schouders waren breed en zijn borst goed ontwikkeld. Lichaamsbeweging en reizen hadden Zijn spieren sterk gemaakt, hoewel ze geen tekenen van hard werken vertoonden.



De weg die Jezus en de jongeren namen... 

was een voortdurend stijgende weg in oostelijke richting, over witte zandgrond en langs ceders en dadelbomen. Er tegenover rezen de bergen van Galaad. Jezus wilde de komende sabbat doorbrengen in de laatste joodse stad in dit gebied. Ik meen dat die Cedar heette. 

Jezus en de jongeren aten onderweg de vruchten van de bomen, en bessen. De jongeren droegen buidels gevuld met broodjes, kannen met een soort drank, en staven. De Heer brak soms voor Zichzelf een staf af van een boom, en wierp die later weer opzij. Zijn voeten, anders bloot, werden nu beschermd door sandalen. 



's Avonds gingen ze naar een eenzaam huis... 

dat werd bewoond door primitieve, eenvoudige mensen... 

en sliepen daar voor de nacht. 

Jezus maakte Zich nergens bekend, hoewel Hij overal onderwees in allerlei prachtige gelijkenissen, voornamelijk die over de goede herder. De mensen ondervroegen Hem over Jezus van Nazareth, maar Hij vertelde niet dat Hij dat zelf was. 

Hij stelde hen op zijn beurt vragen over hun werk, over hun zakelijke aangelegenheden, zodat ze tot de conclusie kwamen dat Hij een reizende herder was, die rondkeek naar goede weidegronden, zoals vaak het geval was in Joodse landen. Ik heb Hem in deze contreien geen enkele genezing of wonder zien verrichten. 



De volgende morgen reisde Hij verder. 

Misschien was hij nu nog enkele kilometers verwijderd van Cedar, dat op hellende grond was gebouwd, met de bergketen erachter. Abrahams vaderland lag in deze richting, maar ver weg naar het noordoosten. Het land van de Drie Koningen lag in het zuidoosten.




Sommige van de discipelen waren naar hun huizen teruggekeerd. 

Terwijl anderen verspreid waren over het land om les te geven. 

Zacheus van Jericho vergezelde hen een tijdje, waarna hij naar huis terugkeerde, zijn bedrijf opgaf, alles verkocht wat hij had, de opbrengst aan de armen schonk en met zijn vrouw - met wie hij voortaan in onthouding leefde - naar een andere plaats ging. De Heer vertelde de discipelen dat er negen weken zouden verstrijken voordat ze zich weer bij Hem zouden voegen.

De opwinding in Jeruzalem vanwege Lazarus was erg groot. Jezus was daarbij afwezig, opdat men Hem uit het oog zou verliezen, terwijl de overtuiging van de waarheid van dit wonder velen tot bekering aanzette. 

Toen Jezus terugkwam, was hij erg mager. 

Er is geen geschreven verslag van deze reis... 

aangezien geen enkele apostel de Heer erop vergezelde. 

Misschien wisten de apostelen niet eens van alle plaatsen waar Hij was geweest. 

Zo goed als ik me herinner, zag ik deze weg toen voor het eerst.




Jezus reisde verder met zijn drie jonge metgezellen naar het zuidoosten... 

waarbij hij het vaakst zijwegen nam... 

en de nacht doorbracht, zoals de vorige, tussen de herders, in een eenzaam huis. 

De mensen van deze contreien waren goed en ongekunsteld. Ze keken vol verwondering naar Jezus en hielden meteen van Hem. Hij vertelde hun veel van de gelijkenissen die Hij in Judea gewoon was te gebruiken, en ze luisterden met plezier naar Hem. 

Maar Hij genas noch zegende. Toen ze Hem vroegen over Jezus van Nazareth, antwoordde Hij door hen te vertellen over degenen die alles hadden opgegeven om Hem te volgen, om vervolgens over te gaan op gelijkenissen die uitlegden wat Hij had gezegd. 

De mensen dachten dat Hij een herder was... 

die rondkeek naar kuddes of weiden.


[emmerich]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten