vrijdag 10 februari 2023

doop-kind

Ik zag in de woestijn waarin Johannes woonde... 

een geestelijke kerk oprijzen... 

uit de wateren die in stromen van boven, uit het paradijs, vloeiden... 

die in wolken dreven en in fonteinen opwelden.



De kerk was onmetelijk groot. 

Ze leek een symbool van de doop te zijn. 

En ze groeide met de gedoopten. 

-

Ze was perfect transparant als kristal. 

Een achthoekige toren verrees uit het interieur en reikte tot ver buiten het gezicht.

Eronder was een grote fontein, zoals de doopfontein van Johannes... 

die hij in de woestijn had gemaakt naar een model dat hem in een visioen was getoond.



In de toren groeide een genealogische boom... 

waarop Johannes en zijn voorouders verschenen.

Er was ook een altaar en een prachtige voorstelling... 

van de conceptie, geboorte, besnijdenis en het leven van Johannes in de woestijn... 

van de doop van Jezus en de onthoofding van Johannes.

-

Ver in de toren... 

als op een ladder die tot in de hemel reikte... 

zag men in bewonderenswaardige volgorde de hele menigte heiligen... 

de hele geschiedenis van de belofte en de verlossing... 

en de verblijfplaatsen van de gezegenden... 

eindeloos in aantal.

Hoog boven de rest zweefde de Heilige Maagd... 

in een mantel die zo wijd was dat ze alles bedekte.

Al deze voorstellingen waren wit en transparant.


William Bouguereau

En nu kwamen er... 

enorme menigten van alle kanten... 

koningen en volken in allerlei kostuums. 

Ze zagen eruit als naties die aan het migreren waren.

-

Velen liepen voorbij de doopkerk... 

en gingen de woestijn in, waar geen water des levens is. 

Vele anderen gingen de kerk binnen, en knielden neer bij de doopfontein... 

aan de zijkant waarvan Johannes stond, zoals hij eruit zag als kind in de woestijn.

Hij sloeg met zijn kleine staf op het water en sprenkelde het over hen heen. 

En hoe groot ze ook waren toen ze de kerk binnengingen... 

alles wat zo besprenkeld was, werd klein.


William Bouguereau


Maar velen gingen alleen maar de kerk in en uit. 

Zij die klein waren geworden, zoals degenen die het hemelse koninkrijk binnengaan... 

beklommen de hoge, prachtige toren op de ladder die tot de hemel reikte.

Er waren bij de doop peetouders. 

-

De hele kerk... 

die een gebouw leek te zijn... 

en nog steeds uit water bestond... 

zweefde hoog, alsof het werd ondersteund door een koord... 

dat uit de hemel naar beneden was gehaald.


[emmerich]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten