'In 1939
werd Karl Stern gedwongen met zijn gezin zijn toevlucht te zoeken in Quebec.
Daar ontmoette hij Jacques Maritain, die hem in contact bracht met pater Marie-Alain Couturier
(een dominicaanse monnik, tevens (glas)kunstenaar!!...
van o.m. de Notre-Dame de Toute Grâce...
met uitzicht op de Mont Blanc!!).
Karls vrouw, Liselotte von Baeyer (kleindochter van de chemicus...),
was de eerste die zich liet overtuigen.
Op Witte Donderdag 1941 werden ze beiden,
én hun twee kinderen, opgenomen in de katholieke kerk.
Karl Stern twijfelde nog steeds aan zijn morele recht, in 1941,
om de Joodse gemeenschap openlijk te verlaten!
Maar geleidelijk aan...
begreep hij dat het christendom geen ontkenning was,
maar een vervulling: de waarden van het verleden bleven,
net als datgene waarvan men altijd al had gehouden.
De Jood die Christus als zijn Messias aanvaardt, tekent geen verraadpact.
Integendeel, hij vindt alles in Hem, veel meer dan hij ooit had kunnen hopen:
de Vuurkolom, dat was Hij!!
"Ik heb nog maar één ding te doen:
Christus aanvaarden en Zijn sacramenten ontvangen;
daden van Geloof, Hoop en Liefde verrichten
die al het intellectuele en emotionele
overstijgen."'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten