woensdag 27 augustus 2025

eugenio zolli 2

'Israël gaat studeren in Wenen, later in Florence.

Hij is tegelijkertijd ingeschreven in het Instituut voor Hogere Studies én in het Italiaanse Rabbijnencollege, omdat hij de wens van zijn - ondertussen overleden - moeder wil inwilligen.


-Synagoge van Triëst-

In 1913 - 32 jaar oud - wordt hij benoemd tot vice-rabbijn in Triëst, de grote havenstad van de Donaumonarchie aan de Adriatische Zee, die na de Eerste Wereldoorlog aan Italië zal toevallen.

In die stad leert hij het zionisme kennen, de beweging gesticht door Theodor Herzl in 1897. De zionisten komen vooral uit Oost-Europa, en zijn gevlucht voor de anti-joodse vijandigheid van het tsaristische Rusland.

De jonge rabbijn hoopt dat het zionisme er niet zal toe leiden "dat de wereld verrijkt wordt met nog maar eens een nieuw nationalisme of een nieuw racisme"... maar dat er "een nieuw vuur van menselijke en goddelijke naastenliefde zal opflakkeren".



Zoller spant zich in om visa en paspoorten te verkrijgen

voor de vele joden die vanuit Triëst naar Palestina willen vertrekken,

en daarbij let hij niet op hun afkomst of hun politiek-religieuze gezindheid.

Hij voelt zich vervuld van hoop als hij hen ziet afvaren,

en op een dag vertrekt hij om zelf ter plekke de joden op te zoeken.

Maar zijn bezoek is van korte duur,

want de ontgoocheling is groot:

"De Bijbel, eeuwige bron van vroomheid en weg die naar God leidt, is een nationaal monument geworden. En een hoogleraar aan de universiteit van Jeruzalem stelt dat het Koninkrijk van de Messias van deze wereld is! Het is alsof men het Koninkrijk opoffert voor het koninkrijk... Ik voelde mij buitengesloten en vreemd in het huis waarin ik geboren was. Ik begreep het niet, en kon niet begrepen worden."

En nog: "Ik stierf, dag na dag, uur na uur...

om herboren te worden in het grote licht van Christus."



Het interbellum

is voor Israël vooral een periode van een uitzonderlijke geestelijke verdieping.

Hij leest de Bijbel als één geheel, wat niet vanzelfsprekend is voor een rabbijn.

Jesaja, Job, Jezus, Paulus...


Elke avond stelde hij er zich mee tevreden de Bijbel op goed geluk te openen - het Oude of het Nieuwe Testament - om te mediteren. Zo werd hij steeds meer vertrouwd met de persoon en het onderricht van Jezus, zonder dat er van enig vooroordeel sprake was.


In 1904 zei koning Victor-Emmanuel III nog aan Theodor Herzl: "De joden zijn voor ons voor 100% Italianen"... En wanneer in 1938 Duitsland druk begint uit te oefenen op fascistisch Italië, antwoordt Mussolini met het italianiseren van de joodse familienamen...

Israël Zoller wordt Italo Zolli!'


[bron]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten