Citaten uit zijn brieven
vanaf 8 juni 1941
-uitgever-
EERSTE JAAR DACHAU
29 juni 1941
Wij worden allen gesterkt door de gedachte, dat zonder Gods Wil geen haar van ons hoofd valt, en dat voor hen die God liefhebben, of daar in ieder geval naar streven, alles goed komt.
27 juli 1941
Met vertrouwen in God kijken we naar de toekomst, en hopen elkaar weer te zien.
10 augustus 1941
God leidt alles met wonderbaarlijke Wijsheid. We weten alleen niet meteen waar alles voor dient.
7 september 1941
Ik probeer mijn tijd hier zo goed mogelijk te benutten voor spirituele (religieuze) en mentale ontwikkeling. Gebed en boetedoening staan niet in de laatste plaats op mijn agenda. Ik beveel jullie van harte aan bij God, elke dag in de Heilige Mis, vooral op jullie naamdagen, etc.
15 december 1941
Kerstmis staat voor de deur. Ook Christus klopt op de deuren van de wereld en wil haar vrede schenken. Toch lijken de golven van onenigheid dit jaar te hoog om een algehele vrede mogelijk te maken. Noch zijn alle schuld en onrecht verzoend, menselijke slechtheid en tekortkomingen opgestapeld. Wanneer Gods hand zwaar op ons lijkt te rusten, laten we dan hopen dat we kunnen bijdragen aan de verzoening van schuld en dwaling.
Wat soms ongeluk lijkt, is vaak de grootste zegen. Hoeveel leert de mens pas door ervaring in de school van het leven? We zouden ons moeten inleven en moeten delen in de vredeloosheid in de wereld voor anderen, en hen helpen om ware vrede te vinden. Dan zouden we niet verbaasd staan als God ons veel dingen uit de handen neemt, die ons dierbaar en kostbaar waren.
Maar wat kan het geluk overtreffen dan het kennen van God zelf in ons hart, die de Bron is van alle gelukzaligheid en alle vrede?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten