'Wij woonden op Capri,
waar we al jaren over Padre Pio hoorden.
Als lid van de Grieks-orthodoxe kerk had ik weinig vertrouwen in levende heiligen en wonderen.
Maar op Capri ontmoette ik verschillende bekeerlingen, die zeer enthousiast waren over Padre Pio.
Mijn verlangen om hem te leren kennen werd steeds sterker:
ik wilde een echte "heilige" leren kennen.
Ik wilde iets "buitengewoons" zien.
Ik, Rina Caterinovich d'Ergiu... getrouwd met een Rus...
maar van geboorte Roemeense, was praktiserend orthodox christen,
maar had zoals alle orthodoxe christenen geen échte mystiek.
Want hoewel de orthodoxe religie enkele dogma's van de katholieke religie behoudt,
lijken de priesters er in de praktijk niet echt van overtuigd
dat we in de H. Communie de levende Jezus ontvangen.
De biecht is niet meer dan een formaliteit,
die de ziel niet bevrijdt van benauwing en kwaad.
De orthodoxe kerk bevredigt mensen niet die uitleg willen
en de nood voelen aan verlichting van hun geest.
Omdat het mij nooit gelukt was iets te doen zonder overtuiging,
gaf ik mijn religieuze gebruiken dan ook op.
Ik ging achttien jaar lang niet naar de kerk.
Ik maakte zelfs geen kruisteken meer.
Er waren echter momenten dat ik bad,
maar meer uit genegenheid voor mijn dierbaren,
dan uit eerbetoon aan het goddelijke.
Anderzijds was ik gepassioneerd door de Indiase religie.
Het zou te lang duren om de kronkels en bochten van mijn spirituele leven in die achttien jaar te reconstrueren...
De oorlog bracht me terug naar God, maar niet naar de Kerk: ik geloofde nog steeds dat het voldoende was om goed te leven, de waarheid te zoeken en te geloven dat God oneindige liefde is: niets anders.'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten