'Eindelijk geeft Daphne Poncin Mould zich over aan de Genade:
"Niemand die altijd katholiek is geweest, kan zich voorstellen wat het vooruitzicht van zo'n stap voor een agnost betekent. Het is één ding om intellectueel overtuigd te zijn van de waarheid van Rome's standpunt; het is iets anders om je te committeren aan het katholiek worden...
Het aanvaarden van het Romeinse gezag, verklaren dat men alles zal geloven wat de Kerk zal voorleggen te geloven, leek mij een wanhopige stap, een zelfmoord van de geest. Ik vreesde elke autoriteit... Ik bleef een diepe gehechtheid aan het protestantse individualisme koesteren. Hoe kon ik mij onder deze omstandigheden onderwerpen aan een autoritaire kerk zoals die van Rome?..."
Maar die barrière is dus gevallen.
Daphne wordt veroordeeld door haar familie (die haar niet meer wil zien)
en door haar vrienden (die zich distantiëren).
Op 11 november 1950 wordt ze opgenomen in de katholieke kerk.
En ze vindt vrede en vreugde in haar ziel.
"Mijn eerste indruk was dat de barrière tussen God en mij was gevallen.
De tweede indruk was dat ik door katholiek te worden een stap had gezet die een begin was, geen einde. Ik had het katholieke geloof uitsluitend beschouwd als een verzameling geloofsovertuigingen, een morele code; maar was vergeten dat het in de eerste plaats een contact met God is, met het on-eindig beminnelijke Wezen.
Zo'n avontuur kent geen einde. Ik begreep dat de katholiek - die ernaar streeft God steeds dieper te begrijpen - nooit het gevaar loopt zich bekrompen of beperkt te voelen. Wij zijn gemaakt om God te overdenken."
Ze begreep dat we Maria nodig hebben
om de mysteries van het Evangelie werkelijk te doorgronden,
en ze wijdde zich aan de Rozenkrans:
"Toen ik in de Kerk werd opgenomen, dacht ik bovenal aan God in termen van Waarheid, Schoonheid en Goedheid. Ik had geen ware devotie voor de persoon van Christus. Nu, tijdens het lezen van de Evangeliën, voelde ik me aangetrokken tot Zijn persoonlijkheid, en bad tot de Maagd Maria om me te helpen haar Zoon beter te leren kennen."
Ze ontdekte ook het ware gezicht van de Kerk:
"De eigenschap van de Kerk die me misschien het meest verraste, was haar zachtheid. Deze zachtheid is de zachtheid van kracht. De Kerk is moederlijk, maar met de absolute zekerheid dat ze de waarheid in pacht heeft... Wat was ik ver verwijderd van mijn ideeën over de intolerantie en het geweld van de papisten!"'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten