'"De joden die zich vandaag bekeren," schrijft Zolli,
"hebben – net als in de tijd van Sint-Paulus – alles te verliezen op materieel vlak, en alles te winnen wat het genadeleven betreft. Toen mijn vrouw en ik de Kerk omhelsden, verloren wij alles wat wij op de wereld bezaten. We moeten nu werk gaan zoeken. Maar God zal ons bijstaan."
Door de tussenkomst van de Heilige Vader
wordt Zolli benoemd tot hoogleraar aan het Pauselijk Bijbelinstituut.
Hij geeft colleges aan de Gregoriana en publiceert artikels en werken, o.a. zijn hoofdwerk Christus (1946) en een nieuwe vertaling van de Psalmen met commentaar (1956). Hij bereidt ook een weerlegging van het protestantisme voor, maar die zal onafgewerkt blijven.
Als op een dag iemand hem vraagt waarom hij de synagoge opgegeven heeft om de Kerk binnen te treden, antwoordt de voormalige rabbijn:
- Ik heb de synagoge niet opgegeven. Het christendom is de voltooiing van de synagoge. Want de synagoge was een belofte, en het christendom is de voltooiing van deze belofte. De synagoge wees vooruit naar het christendom, het christendom vooronderstelt de synagoge. Je ziet dus dat het ene niet kan bestaan zonder het andere. Datgene waartoe ik bekeerd ben, is het levende christendom.
- U gelooft dus dat de Messias gekomen is?
- Ja, heel zeker. Ik geloof het sinds een aantal jaren, en op dit ogenblik ben ik zo vast overtuigd van deze waarheid, dat ik mijn geloof - dat zo stevig is als een berg - zou kunnen verdedigen tegen alles en iedereen in.
Het nieuws van zijn bekering
brengt grote deining teweeg in de joodse religieuze kringen over heel de wereld.
Van de ene dag op de andere wordt de vereerde rabbijn, die zijn leven veil had voor zijn kudde, plots een ketter en een verrader. De synagoge van Rome kondigt verschillende vastendagen af, tot uitboeting van de apostasie van Zolli, en draagt rouw alsof hij gestorven is. Hij wordt geschandvlekt als een meshumad, een afvallige, en uit de gemeenschap gestoten.
Toch houdt de bekeerling niet op hen die hem verwerpen trouw lief te hebben:
"Ik houd mijn liefde voor het volk van Israël onafgebroken intact. In mijn verdriet om het lot dat hen getroffen heeft, zal ik nooit ophouden van de joden te houden. Ik heb de joden níet in de steek gelaten door katholiek te worden."
Het buitengewone inzicht in de Schriften dat aan Zolli gegeven werd als aan een nieuwe Saulus van Tarsus, en de trouw waarmee hij op deze genade antwoord geeft, openen voor de katholieke Kerk "een deur die niemand kan sluiten": die van de bekering van de joden.
Na de verschrikkelijke oorlog die het begin van zijn pontificaat de glans van heldhaftigheid gegeven heeft, schenkt Pius XII aan de Kerk een aanzien, een moreel gezag en een uitstraling zoals nooit tevoren. Het protestantse Nederland, het anglicaanse Engeland, en de Verenigde Staten worden erdoor beroerd. De terugkeer van de afgescheiden broeders laat zich voorvoelen, en die van de joden ook.
Zolli sticht de Vereniging van Onze-Lieve-Vrouw van Sion, als een soort van derde orde van Ratisbonnes congregatie van dezelfde naam die zich wijdt aan de bekering van de joden.
Hij organiseert bijeenkomsten en geeft voordrachten om het geestelijk leven van de nieuwe gedoopten te verhelderen en te voeden.
In de zomer van 1953, wanneer het aantal bekeringen tot het katholicisme merkbaar aan het stijgen is in de Angelsaksische landen, wordt de voormalige rabbijn uitgenodigd om een reeks conferenties over bijbelse onderwerpen te geven aan de Universiteit Notre-Dame in de Amerikaanse staat Indiana.'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten