preek van rabbijn Hilly Haber
(Central Synagogue NY)
bij de opening van Sjabbat
in de vrijdagavonddienst
gisteren
'1 Wanneer iemand gedood wordt aangetroffen in het land dat de Heer, uw God, u geeft, en de moordenaar niet bekend is,
2 dan moeten uw oudsten en rechters de afstand meten van de plaats waar de gesneuvelde man zich bevond tot aan de stad er het dichtste bij.
3 En de oudsten van die stad moeten, vanaf de plaats waar de gesneuvelde man zich bevond tot aan de stad er vlakbij, een jonge koe uit de kudde nemen die nog nooit een juk heeft getrokken noch de aarde uiteenscheurde om braak te leggen.
4 En zij moeten haar naar een eeuwige beek brengen, waar nog nooit is geploegd of gezaaid, en daar de nek van de jonge koe slachten.
5 En de priesters, de zonen van Levi, die de Heer, uw God, heeft uitgekozen om Hem te dienen en in Zijn Naam te zegenen, moeten erbij komen, en op hun woord zal iedere zaak en elke doodslag geoordeeld worden.
6 En alle oudsten van die stad, die op het punt stonden gedood te worden, moeten hun handen wassen over de koe die bij de beek geslacht is,
7 en ze moeten zeggen: "Onze handen hebben dit bloed niet vergoten, noch hebben onze ogen het gezien. Wees genadig, Heer, voor Uw volk Israël, dat Gij verlost hebt, en reken Uw volk Israël geen onschuldig bloed aan."
8 En de schuld van het bloed zal van hen worden weggenomen.
9 Maar jij zult de schuld van onschuldig bloed wegnemen, wanneer je doet wat goed is in de ogen van de Heer.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten