'(Vijf jaar na het einde van WOI...)
had ik aan mijn vriendin gevraagd
om Padre Pio te vragen of ik naar zijn biecht mocht,
ervan overtuigd dat hij me niet zou hebben geweigerd.
Maar integendeel, het antwoord was negatief.
En daar was ik dan, wel zijn mis bijwonend,
waarin een diepe emotie mij overspoelde, vergezeld van onophoudelijke tranen,
veroorzaakt door de ontroostbare pijn van mijn ellende, mijn zonden
en het uitgesloten zijn van het Huis van God.
(1887-1968)
Toen ik later Padre Pio kon benaderen,
werd ik voor de tweede keer overvallen door een vloedgolf van tranen
(ik huil anders nooit makkelijk in het bijzijn van anderen).
"Waarom huil je zo?" vroeg Padre Pio me.
"Omdat ik niet katholiek ben," antwoordde ik,
zonder dit te hebben willen zeggen, het floepte er gewoon uit.
"En wie houdt jou tegen om er een te zijn?"
Ik uitte mijn twijfels, maar Padre Pio zei dat twijfel nutteloos was.
Omdat de Heer mij wilde.
Hij legde me zelf uit, in een korte catechismus die hij gaf, welke gebeden ik moest leren:
hij sprak in eenvoudige taal tegen me, alsof ik een klein meisje was.
En toen ik hem vroeg of ik me moest voorbereiden door lessen te volgen,
zei hij: "Je moet liefhebben, liefhebben, en niets meer."
Dat was op (vrijdag) 5 oktober 1923.'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten