Op dertienjarige leeftijd,
d.i. in 1810, vertrok Émilie naar Parijs,
om haar opleiding te voltooien bij de Bernardinnen
van de zeer aristocratische Abbaye-aux-Bois, rue de la Chaise.
Haar moeder, toen al ziek, stierf in 1812, toen Émilie vijftien was,
waarop ze door haar vader werd teruggeroepen naar Gaillac,
om er zijn eenzaamheid mee te helpen verdrijven
en voor haar beide broertjes te zorgen.
Een mondain leven,
als compagnon van haar vader,
volgde: pianospel, bals, ijdelheden...
Émilie voelt, diep in zichzelf, de nood aan geestelijke leiding.
Vandaar dat ze gaat bidden, zonder medeweten van haar vader,
in de Sint-Pieterskerk van Gaillac, alsook in geheim in haar kamer
Op een dag... wordt ze plots, tijdens het bidden,
gegrepen door een briljant licht dat haar omcirkelt.
Ze valt op haar knieën
"Mon Dieu, que voulez-Vous de moi?" vraagt ze.
"Garde Ma Présence!" luidt het antwoord.
Bewaak Mijn Aanwezigheid...
Wees er je bewust van.
Ze neemt daarop deel aan een retraite
georganiseerd door de lokale pastoor.
En hoort daar, in een innerlijke dialoog,
dat er een eind moet komen aan haar frivole leven,
en dat ze moet beginnen met haar missie.
Émilie is inmiddels 18 geworden.
Zij zal zich nu volledig toewijden aan God,
aan het gebed, en aan het dienen van de armen.
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten