'"It is an experience that is difficult to write about with any sort of decent humility, for, having had the Faith thrust upon me, I feel inordinately flattered and tend to go round purring loudly over it.
I wish to thank all the many people, both Catholic and Protestant, who have helped me on the road to Rome... In particular, my thanks are due to St. Columcille of Iona, who listened to my more ridiculous and ribald prayers; and to Father Augustine Grene, O.S.B., of Fort Augustus, who bore the brunt of instructing me in Catholic doctrine and who has suffered much at my hands."
schrijft Mould in het Voorwoord van haar Rock of Truth (1953).
Gebed tot de heilige Columcille blijkbaar...
en instructie van de benedictijn (Ordo Sancti Benedicti) Augustine Grene
van de Abdij van Fort Augustus (inmiddels de Highland Club)...
waren het, die haar tot het katholicisme hebben gebracht.
Om de evangelisatie van Schotland te bestuderen
- door Sint Columcille van Iona aan het einde van de 6e eeuw -
moest ze immers naar het benedictijnerklooster van Fort Augustus.
En dáár ontmoette ze voor het eerst een... katholieke priester.
"Ik ben nog nooit zo bang geweest als die dag!"
In een gesprek met deze monnik, Father Augustine,
ontdekt ze dat geloof niet is wat zij zich had voorgesteld.
Ze zag het zoals gezegd als een verzaking aan de rede,
een ontsnapping aan de realiteit, een lafheid.
Maar nu realiseert ze zich...
dat katholieken rationele argumenten hebben!
Het bewijs van het bestaan van God - van Thomas van Aquino - dat vader Augustinus haar geeft, overtuigt haar aanvankelijk niet helemaal: ze vindt het te abstract, te filosofisch, te verschillend van de wetenschappelijke methode waaraan zij zelf gewend is.
Maar ze moet toegeven dat er verschillende soorten van kennis en onderzoek bestaan. De wetenschappelijke methode is als zodanig geldig, maar kan fundamentele problemen niet oplossen: de zin van het bestaan, de uiteindelijke aard van mens en wereld, de ervaring zelf van schoonheid...
"In de Schotse bergen - zo rijk aan contrasten, vormen en kleuren - zag ik een verwerkelijking van schoonheid, en steeds sterker drong het idee zich aan me op, dat er achter de betovering van deze bergen nog een laatste en ultíeme schoonheid moest bestaan;
dat al die elementen van waarheid, die ik door de wetenschap had bereikt, iets aankondigden dat de waarheid zelve was; en dat deze ultieme waarheid gekenmerkt moest zijn door een schoonheid en transcendente pracht waarvan het zonlicht op de heuvels mij al enig idee gaf."
Daphne besluit het bestaan van God te accepteren als een "werkhypothese".
Ze verandert van gedachten over de Kerk.
Ze ziet haar niet langer als een obscurantistische en onderdrukkende kracht
die blinde religiositeit van mensen uitbuit.
Maar begrijpt dat al bij al de allerhoogste werkelijkheid op het spel staat:
"Plotseling verscheen de Kerk voor mij
als gaande over God, en niet als een zaak van louter sentiment.
Zij openbaarde zich aan mij als gaande over waarheid
en schoonheid, boete en soberheid.
Sterker nog:
over het enorme avontuur
van heiligheid."'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten