'Mijn man daarentegen bleef orthodox.
Hij was moeilijker te bekeren, omdat hij altijd een zeer moreel, eerlijk en hardwerkend leven had geleid;
hij zag geen reden om van religie te veranderen om de Heer beter te dienen.
Rechtuit, oprecht en compromisloos,
als officier in het keizerlijke leger van Rusland,
beschouwde ook hij het als een oneer, als laagheid, om je eigen geloof te verraden.
Toen ik besloot deze stap te zetten,
verzette hij zich er niet tegen en raadde het me niet af;
hij liet me simpelweg beloven dat ik hém nooit zou proberen te dwingen zich te bekeren,
wat ik ook deed, door hem volledig in Gods handen te leggen,
zonder ooit met hem over mijn geloof te spreken.
Toch bad ik voortdurend
en streefde ik ernaar mijn gebreken te verbeteren,
om hem d.m.v. mijn voorbeeld te laten zien dat mijn geloof het beste was.
De essentiële deugden die ik leerde waarderen,
en die volledig ontbreken in de orthodoxe kerk en in ons leven,
waren nederigheid en naastenliefde, waarvan ik in Zuid-Italië mooie voorbeelden had gezien.
Dit waren de deugden die mijn man en ik het meest misten.
Mijn man was erg streng voor zichzelf en ook voor anderen,
tot het punt dat hij niet wist hoe hij beledigingen moest vergeven,
net zoals hij zwakheden, mislukkingen of menselijk leed niet vergaf.'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten