Oostenrijkse jezuïet Johannes Maria Lenz
(overlevende van kamp Dachau)
'De grond van concentratiekamp Dachau
draagt de vloek van een gruwelijke goddeloosheid
en de talloze misdaden die ermee gepaard gingen.
Elke handbreedte aarde daar
is doordrenkt met bloed,
met lijken onderbouwd.
Maar dat is niet alles.
Is enkel de duistere nachtzijde.
Jarenlang de kapel
met de Heilige Eucharistie en het Heilig Misoffer
– 2700 geestelijken, het grootste klooster ter wereld –
een zespuntig plan van vernietiging opzijgezet door Gods hand
– ...(vernietiging vóór bevrijding).
Een heel bijzondere voorzienigheid heerste over ons kamp – als een heldere dag.
Gods vaderlijke hand was bijna zichtbaar en tastbaar verspreid over deze plek
– het heiligdom van Dachau!'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten