dinsdag 12 augustus 2025

OLV van dachau 4

'Omdat kruiswegstaties

en andere benodigdheden voor de kapel

al met pakketten in het kamp waren aangekomen,

leek het mogelijk om op deze manier ook een Mariabeeld te verkrijgen.

Want vanuit het perspectief van vele gelovigen ontbrak een Mariabeeld als centrum van devotie en gebed schromelijk. Salvatoriaan Paul Hiller uit Jägerndorf en Regens Karl Schrammel uit Silezië, schreven hier - in het geheim - een brief over aan hun bisschop. En voregen, met gevaar voor eigen leven, om een Mariabeeld voor de kampkapel.



Eind 1942 stuurde vicaris-generaal hulpbisschop Joseph Martin Nathan vanuit Branitz vele voedselpakketten naar de uitgehongerde priesters in concentratiekamp Dachau. Hij wist van een Mariabeeld uit het door de nazi's ontmantelde klooster van Jägerndorf, en vroeg of dit beeld aan de geestelijken in concentratiekamp Dachau kon worden gegeven.

"We wikkelden het beeld in een deken en brachten het 's nachts – er lag een dikke laag sneeuw – op een slee naar de pastorie van Jägerndorf"... Van daaruit werd het door Nathan naar Dachau gestuurd. Volgens een andere bron werd het beeld in een zak verpakt, en aan de onderkant van een vrachtwagen vastgebonden, die naar concentratiekamp Dachau reed, om het zo langs de bewakers te smokkelen.

Er zijn getuigen van nog een andere versie: aangezien het vanaf de herfst van 1942 was toegestaan om pakketten met voedsel en andere artikelen naar het kamp te sturen, was het over het algemeen mogelijk om het beeld in een pakket te versturen. Een zo'n pakket, met het Mariabeeld, arriveerde kort voor Pasen 1943 in het concentratiekamp.



Toen het ongewoon grote pakket in Dachau aankwam,

werd het net als andere pakketten door de blokleider geïnspecteerd.

Dezelfde SS'er die de leiding over het blok had, kwam die dag niet. Toen die die wel kwam, het grote pakket zag, sperde hij zijn ogen wijd open en zei dat het 'waarschijnlijk geen voedselpakket' was. Het pakket werd geopend en hij inspecteerde de inhoud.

Hij was niet onaardig, maar merkte op dat hij het pakket niet kon vrijgeven omdat het geen voedsel, wasgoed of iets dergelijks bevatte. Men stelde dan voor het pakket apart te leggen, tot de kwestie was opgelost. Daarna brachten ze het pakket naar de kapel, zogezegd 'wegens ruimtegebrek in de woonkamer'. De blokleider, die de volgende dag kwam, wist er blijkbaar niets van en vroeg er ook niet naar. En zo werd de Madonna dan uiteindelijk uitgepakt en tentoongesteld. Niemand vroeg waar ze vandaan kwam.

Een paar dagen later vroeg de kampleider toch: 'Waar is het ongeoorloofde pakket?' Het antwoord: 'De inhoud, een beeld van de Maagd Maria, staat in de kapel.' Waarop hij zei: 'Het kan me niet schelen wat er in de kapel staat.'

"En het beeld van de 'Moeder van de Verlosser', of 'Troosteres van de Bedroefden', of nog de 'Eeuwig Lijdende Helpster'... was bij ons, tot grote vreugde van alle geestelijken en van vele leken. Ze kreeg een ereplaats aan de evangeliezijde, dicht bij haar Zoon, in het tabernakel op het altaar."

Aldus het verslag van gevangene Georg Schelling, destijds verantwoordelijk voor de zaken van de kapel als kamppredikant - een wonder om te lezen...

"Hoe gelukkig waren de geïnterneerde priesters toen ze - met Pasen 1943 - vreugdevol konden deelnemen aan het antifoon 'Regina Coeli Laetare Alleluia' voor de versierde, prachtige Jägerndorfer Madonna!"'


[bron]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten