donderdag 9 februari 2023

bethlehem -iii-


Luc-Olivier Merson


De herbergier verontschuldigde zich echter bij Jozef... 

en gaf als excuus de aantallen die er al waren. 

Maar toen de Heilige Maagd binnenkwam en om onderdak smeekte, veranderden de vrouw van de herbergier, en ook de herbergier zelf, van houding tegenover hen. De man regelde meteen een schuilplaats voor ze onder een naburige luifel, en hij nam de ezel onder zijn hoede. 

Het kleine wijfje was niet bij hen. Het rende door de velden, want als het niet nodig was, verscheen het niet. Deze herberg was redelijk goed en bestond uit verschillende huizen. Hoewel hij aan de noordkant van de berg lag, was hij omgeven door boomgaarden, siertuinen en balsembomen

Maria en Jozef bleven de nacht én de hele volgende dag. 

Want het was sabbat.

-

Op de sabbat... 

bezocht de herbergierster, met haar drie kinderen, Maria. Ook de vrouw van dat andere huis, met haar twee kinderen. Maria praatte met de kleintjes, en gaf ze wat les. Ze hadden kleine rollen perkament bij zich waaruit ze lazen. 

Ook ik durfde vrijmoedig met Maria te praten. Ze vertelde me hoe buitengewoon goed het met haar ging in haar toenmalige toestand. Ze voelde geen gewicht. Maar soms ervoer ze het gevoel zo immens groot van binnen te zijn, en alsof ze in haar eigen persoon zweefde. Ze voelde dat ze God en de mens omvatte, en dat Hij die ze omvatte haar droeg.

-

Jozef ging met de herbergier naar zijn velden. 

Zowel gastheer als de gastvrouw hadden grote liefde voor Maria opgevat. 

Ze sympathiseerden met haar toestand. Ze drongen er bij haar op aan om te blijven, en lieten haar een kamer zien die ze haar zouden geven. Maar heel vroeg de volgende ochtend, vertrok Maria met Jozef verder op reis. 

Ze gingen vooruit, iets meer naar het oosten, langs de berg en een vallei in, waardoor de afstand tussen hen en Samaria, waar ze in eerste instantie naartoe leken te gaan, groter werd. De tempel op Gerizim kwam in zicht. Op het dak stonden tal van figuren, zoals leeuwen en andere dieren, die met een wit licht blonken in de zon.




De weg leidde naar een vlakte of het veld van Sichem

Na een reis van ongeveer zes mijlen, kwamen ze bij een eenzame boerderij waar ze welkom werden geheten. De man was opzichter van akkers en boomgaarden in een naburige stad. 

Het was hier warmer en de vegetatie was weelderiger dan waar ze die dag ook waren geweest, want het was de zonnige kant van de berg, en dat maakt in dit seizoen een groot verschil in Palestina. 

Het huis stond niet precies in de vallei, maar op de zuidelijke helling van de berg die zich uitstrekt van Samaria naar het oosten. 

De bewoners behoorden tot die herders met wier dochters later de achtergebleven bedienden van de karavaan van de Drie Koningen waren getrouwd. Jaren later, vertoefde ook Jezus hier vaak om te onderwijzen. 

-

Voordat hij vertrok... 

zegende Jozef de kinderen van het gezin.

Ik zag hem en Maria over de vlakte voorbij Sichem reizen. De Heilige Maagd ging soms te voet. Ze rustten af en toe en verfristen zich. Ze hadden broodjes bij zich en een koel, versterkend drankje in mooie kannetjes, bruin en glanzend als metaal. 

De zitplaats die Maria op de ezel gebruikte, was aan weerszijden voorzien van een kussen ter ondersteuning van de ledematen, die daardoor meer in een zittende houding werden gebracht. De steun zat over de nek van de ezel, en Maria zat soms rechts, soms links. 

Bessen en ander fruit hingen nog aan struiken en bomen die in de zon stonden, en die plukten ze onderweg. 

-

Het eerste wat Jozef altijd deed als hij in een herberg aankwam... 

was een comfortabele zitplaats of rustbank voor Maria klaarmaken. 

Daarna waste hij zijn voeten, net als Maria deed. 

Hun wassingen gebeurden frequent.


L-O Merson


Het was op een avond behoorlijk donker... 

toen ze een eenzame herberg bereikten. 

Jozef klopte aan en smeekte om onderdak, maar de eigenaar deed de deur niet open. 

Jozef legde hem zijn situatie uit en vertelde hem dat zijn vrouw niet verder kon. 

Maar de man was onbuigzaam, hij wilde zijn eigen rust niet onderbreken. 

En toen Jozef hem vertelde dat hij hem zou betalen, kreeg hij als antwoord: 

'Dit is geen herberg, dat aankloppen wil ik niet hebben!' 

De deur bleef gesloten. 

Maria en Jozef gingen een eindje verder en vonden een schuurtje. 

Hij stak een licht aan en maakte een bed voor Mary klaar, zijzelf hem daarbij helpend. 

Hij bracht de ezel binnen en vond er wat stro en voer voor. 

Hier rustten ze een paar uur. 

Ik zag ze de volgende ochtend vroeg vertrekken, terwijl het nog donker was. 

Ze kunnen nu ongeveer zes uur verwijderd zijn geweest van hun laatste stopplaats... 

ongeveer zesentwintig uur van Nazareth en tien van Jeruzalem. 

Dat laatste onderkomen stond nog op een vlakke ondergrond... 

maar de weg van Gabatha naar Jeruzalem begon weer steil te worden.


[emmerich]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten