Toen de sabbat voorbij was...
zag ik ze voor het eerst weer eten.
Ze aten samen onder de bomen, in de tuin bij het huis.
Ze aten groene bladeren die eerder ergens in waren gedoopt, en zogen op kleine bosjes kruiden die ook geweekt waren. Er stonden schaaltjes met klein fruit op tafel en andere schalen, waar ze met bruine, doorzichtige spatels iets van aten. Het kan honing zijn geweest die ze aten met hoornen spatels. Er waren ook kleine broodjes, en ik zag hen die opeten.
Na de maaltijd...
begon Jozef, vergezeld van Zacharias, aan zijn reis terug naar huis.
De nacht was kalm, de maan scheen en de hemel was bezaaid met sterren.
Voordat ze afscheid namen, baden ze allemaal afzonderlijk. Jozef nam zijn bundeltje mee, waarin een paar broodjes zaten en een kannetje met iets. Beide reizigers hadden een staf, maar die van Jozef had bovenaan een haak, terwijl die van Zacharias lang was en eindigde in een knobbel. Beiden hadden een reismantel die ze over hun hoofd droegen.
Voordat ze vertrokken, omhelsden ze Maria en Elizabeth, ze afwisselend tegen hun hart drukkend. Maar ik zag toen geen kussen. Het afscheid was rustig en vrolijk. De twee vrouwen vergezelden hen een eindje, en daarna gingen de reizigers alleen verder.
De nacht was onuitsprekelijk mooi.
Maria en Elizabeth keerden nu terug naar het huis...
en gingen de kamer van Maria binnen.
Op een muurbeugel brandde een lamp, zoals gewoonlijk wanneer Maria sliep of bad.
De twee vrouwen stonden tegenover elkaar en reciteerden het Magnificat.
Ze brachten de hele nacht in gebed door.
Om welke reden kan ik nu niet zeggen.
De hele dag door...
zag ik Maria bezig met allerlei soorten werk, bijvoorbeeld met het weven van dekens.
Ik zag Jozef en Zacharias nog onderweg. Ze brachten de nacht door onder een schuurtje. Ze namen zeer omslachtige wegen en bezochten, denk ik, veel mensen, want ze waren drie dagen onderweg.
Toen zag ik Jozef opnieuw in Nazareth. Anna's dienstmeid nam de zorg voor het huis van hem over, en ging heen en weer tussen beide huizen. Op deze uitzondering na, was Jozef helemaal alleen.
Ik zag ook Zacharias naar huis terugkeren.
En ik zag Maria en Elizabeth zoals gewoonlijk het Magnificat reciteren, en allerlei soorten werk doen.
Tegen de avond liepen ze in de tuin. Er zat een put in, een zeldzaamheid in dit deel van het land. Daarom namen reizigers steeds in een kannetje een soort sap mee om te drinken.
Soms ook, en meestal tegen de avond als het koeler werd, liepen Maria en Elizabeth een eindje van het huis vandaan, want het stond alleen midden in de velden. Gewoonlijk trokken ze zich rond negen uur terug en stonden altijd weer op voor de zon opkwam.
De Heilige Maagd bleef drie maanden bij Elizabeth.
Tot na de geboorte van Johannes, maar ze keerde naar Nazareth terug vóór zijn besnijdenis.
Jozef ging haar halverwege de reis tegemoet, en merkte dan voor het eerst dat ze zwanger was.
Maar hij gaf geen blijk van zijn kennis en worstelde met zijn twijfels.
Maria, die dit had gevreesd, was stil en in beslag genomen, waardoor zijn onbehagen toenam.
Toen Maria in Nazareth aankwam, ging ze naar de ouders van de diaken Parmenas en bleef enkele dagen bij hen. Jozefs ongerustheid was inmiddels zo toegenomen dat, toen Maria naar huis terugkeerde, hij besloot het huis te ontvluchten.
Toen verscheen de engel aan hem...
en troostte hem.
[emmerich]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten