Zij allen - Maria, Elizabeth, Jozef en Zacharias -
brachten de nacht door in de tuin.
Ze zaten of liepen twee aan twee, baden nu en dan...
of trokken zich terug in het kleine zomerhuisje om uit te rusten.
Ik hoorde ze zeggen dat Jozef op de avond van de sabbat naar huis zou terugkeren, en dat Zacharias met hem mee zou gaan tot aan Jeruzalem. De maan scheen helder aan een hemel vol sterren. Het was onbeschrijflijk kalm en lieflijk, in de buurt van die heilige zielen.
Eens had ik ook een inkijkje in het kamertje van Maria.
Het was nacht en ze had rust.
Ze lag op haar zij, met een hand onder haar hoofd.
Over haar bruine onderjurk wikkelde ze, van top tot teen, een strook witte wollen stof van ongeveer een el breed. Wanneer ze zich klaarmaakte om te rusten, nam ze het ene uiteinde van deze strip onder haar arm en wikkelde die strak om haar hoofd en het bovenlichaam, dan omlaag naar de voeten en weer omhoog, zodat ze helemaal omhuld was en geen stap kon verzetten.
Dat deed ze bij de bank, waarvan aan het hoofdeinde een rolletje van iets als een kussen lag. De armen vanaf de elleboog naar beneden werden vrij gelaten, en de sluier van het hoofd opende zich op de borst.
Ik zag vaak, onder Maria's hart, een heerlijkheid/schittering...
in het midden waarvan een onbeschrijfelijk helder vlammetje brandde...
en boven Elisabeth's schoot een soortgelijke heerlijkheid...
maar het licht daarin was niet zo helder.
Toen de sabbat begon...
zag ik in het huis van Zacharias, in een kamer die ik nog niet eerder had gezien...
lampen aangestoken worden en de sabbat gevierd.
Zacharias, Jozef en ongeveer zes andere mannen uit de buurt stonden te bidden onder een lamp, en rond een kistje waarop briefpapier lag. Ze hadden iets op hun hoofd dat leek op een kleine sluier. Ze maakten niet zoveel verwrongen bewegingen van het lichaam als de hedendaagse joden, hoewel ze net als zij vaak het hoofd bogen en de armen omhoog brachten.
Maria, Elizabeth en twee andere vrouwen stonden apart in een scheidingswand met graten, van waaruit ze in de kapel konden kijken. Ze waren volledig omhuld, hun gebedsmantels over hun hoofden.
[emmerich]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten