donderdag 9 februari 2023

palm-kerk

Ik zag een prachtig... 

en bijna onbeschrijflijk visioen van een feestmaal. 





Ik zag een kerk die eruitzag als een slanke, tere, achthoekige vrucht... 

met een stam waarvan de wortels de aarde raakten boven een borrelende fontein. 

De stam was niet hoog, men kon nog net tussen kerk en aarde in kijken. 







De ingang bevond zich boven de bron... 

die borrelde en borrelde... 

iets wits als aarde of zand uitspuugde... 

en alles eromheen groen en vruchtbaar maakte. 

Er waren geen wortels boven de bron vóór de kerk. 




De kern van het binnenste was als het klokhuis in een appel.

De cellen gevormd uit vele delicate witte draden. 

In deze cellen zaten kleine organen... 

zoals de pitten van een appel. 



Door een opening in de vloer... 

kon men recht naar beneden kijken in de borrelende bron. 

Ik zag wat pitten, die er verdord en vergaan uitzagen... 

daar in vallen. 













Maar terwijl ik staarde... 

leek de vrucht zich steeds meer tot een kerk te ontwikkelen. 

En het klokhuis bleek uiteindelijk iets als een stukje machine... 

als een wijde, losse, gekunstelde ruiker, een boeket, te zijn... 

in het midden ervan. 





En nu zag ik... 

de Heilige Maagd en Elizabeth op die ruiker staan. 

Er opnieuw uitziend als twee tabernakels. 



Het ene het tabernakel van een heilige. 

Het andere dat van het Allerheiligste. 



De twee gezegende vrouwen keerden zich naar elkaar toe... 

en feliciteerden elkaar wederzijds. 





Mary Tabernacle of the Most High


Toen kwamen er twee figuren uit hen voort: 

Jezus en Johannes. 


Johannes, de grootste van de twee... 

lag opgerold op de aarde, zijn hoofd in zijn schoot. 


Maar Jezus was als een klein kind gevormd uit licht... 

zoals ik Hem zo vaak zie in het H. Sacrament. 


Rechtop en zwevend, bewoog Hij zich naar Johannes toe... 

en ging als een witte damp over hem heen terwijl hij daar lag... 

met zijn gezicht op de aarde. 


De weerkaatsing van de sneeuwachtige damp glinsterde... 

door de opening in de vloer naar beneden in de bron... 

en werd erdoor opgeslokt. 


Toen richtte Jezus de kleine Johannes op en omhelsde hem... 

waarna ieder terugkeerde naar de schoot van zijn moeder... 

die intussen het Magnificat hadden gezongen.





Ik zag ook Jozef en Zacharias, tijdens dat zingen... 

uit de muren aan weerszijden van de kerk tevoorschijn komen... 

gevolgd door een steeds groter wordende stroom mensen... 


terwijl het hele gebouw zich als het ware verder ontvouwde... 

en steeds meer het aanzien kreeg van een kerk... 

ter gelegenheid van een heilig feest. 


Wijnstokken met weelderig gebladerte groeiden rond de kerk... 

en ze werden zo dicht dat ze moesten worden gesnoeid.





De kerk rustte nu op de aarde. 

Erin stond een altaar... 

en door een opening boven de borrelende bron... 

ontstond een doopvont. 


Veel mensen kwamen door de deur naar binnen... 

en er was eindelijk een groots en volmaakt feest. 


Alles wat daarin plaatsvond... 

zowel in vorm als in actie, was stille groei. 

Ik kan niet alles vertellen, woorden schieten tekort.



Op het feest van Johannes... 

had ik weer een visioen van een festival. 


De achthoekige kerk was doorzichtig... 

alsof hij was gevormd uit kristal of waterstralen. 

In het midden was een bron, waarboven een torentje uitrees. 

Ik zag Johannes erbij staan en dopen. 


De visie veranderde. 

Uit de bron groeide een bloemsteel... 

waaromheen acht zuilen ontstonden... 

die een piramidale kroon ondersteunden. 


Op de kroon stonden de grootouders van Anna, Elizabeth en Jozef. 

Op een kleine afstand van de hoofdstam waren Maria en Jozef... 

met de ouders van laatstgenoemde en die van Zacharias. 

Boven op de centrale stam stond Johannes. 











Er leek een stem uit hem te komen. 

En ik zag naties en koningen de kerk binnenkomen... 

en de Heilige Eucharistie ontvangen uit de handen van een bisschop. 


Ik hoorde Johannes zeggen dat hun geluk... 

groter was dan het zijne.


[emmerich]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten