zaterdag 30 augustus 2025
alligator alcatraz
vrijdag 29 augustus 2025
karl stern 6
'In 1951...
beschreef Karl Stern zijn bekering in het boek "De Vuurzuil",
met als ondertitel: "Het persoonlijke verhaal van een modern psychiater
van zijn leven en zijn spirituele reis naar het katholicisme."
Het boek was meteen een succes (18 opeenvolgende paperbackedities)
en werd in 1952 al vertaald in het Frans, en zelfs het Nederlands.
Karl Stern beschrijft zijn Beierse jeugd,
zijn betrokkenheid bij de Joodse gemeenschap, en de opkomst van het nazisme.
Hij hekelde Hitlers ideologie, die zich richtte op het Arische ras, krachtig,
maar kon niet anders dan een zekere parallel trekken met de Joodse ideologie,
die zich richtte op het uitverkoren volk.
De anti-semitische aanvallen brachten hem terug naar zijn jodendom.
Maar zetten hem anderzijds ook aan het denken.
Als het jodendom zo'n doelwit voor racisme biedt,
komt dat dan niet doordat het zelf te zeer gehecht is aan ras?
Te exclusief en te zeer gehecht aan zijn privileges
als "uitverkoren volk"...
Ware religie moet noodzakelijkerwijs universeel zijn.
'Universeel', oftewel... 'katholiek'.
Voor Karl Stern lag de conclusie voor de hand: de doop.
Dat gebeurde uiteindelijk op 20 december 1943.
De dag erna volgde zijn eerste communie.'
[bron]
karl stern 5
'In 1939
werd Karl Stern gedwongen met zijn gezin zijn toevlucht te zoeken in Quebec.
Daar ontmoette hij Jacques Maritain, die hem in contact bracht met pater Marie-Alain Couturier
(een dominicaanse monnik, tevens (glas)kunstenaar!!...
van o.m. de Notre-Dame de Toute Grâce...
met uitzicht op de Mont Blanc!!).
Karls vrouw, Liselotte von Baeyer (kleindochter van de chemicus...),
was de eerste die zich liet overtuigen.
Op Witte Donderdag 1941 werden ze beiden,
én hun twee kinderen, opgenomen in de katholieke kerk.
Karl Stern twijfelde nog steeds aan zijn morele recht, in 1941,
om de Joodse gemeenschap openlijk te verlaten!
Maar geleidelijk aan...
begreep hij dat het christendom geen ontkenning was,
maar een vervulling: de waarden van het verleden bleven,
net als datgene waarvan men altijd al had gehouden.
De Jood die Christus als zijn Messias aanvaardt, tekent geen verraadpact.
Integendeel, hij vindt alles in Hem, veel meer dan hij ooit had kunnen hopen:
de Vuurkolom, dat was Hij!!
"Ik heb nog maar één ding te doen:
Christus aanvaarden en Zijn sacramenten ontvangen;
daden van Geloof, Hoop en Liefde verrichten
die al het intellectuele en emotionele
overstijgen."'
[bron]
karl stern 4
'Niets wezenlijks scheidt mij van christenen, denkt Stern,
behalve deze ernstige vraag die Jezus ooit aan Petrus stelde,
en die beantwoord moet worden voordat de sprong in het onbekende gewaagd wordt:
"En jij? Wie zeg jij dat ik ben?"...
Ja, wie is Jezus?
Maar de Jodenvervolging neemt toe.
Zou hij door gebed zijn volk kunnen helpen?
Voor het eerst betreedt Stern een katholieke kerk
met de intentie om met heel zijn hart te bidden.
Hij komt, na zijn emigratie naar Engeland in 1936,
terecht bij de Dominicanen van Hampstead, London:
"Our Lady of the Rosary and Saint Dominic"...
Het "Rozenkransheiligdom!"
Kan een Jood zijn volk niet trouw blijven...
en de gedachte aan Jezus in het geheim diep in zijn hart meedragen?
Lang geleden, tijdens de Exodus, werd het Joodse volk geleid door een vuurkolom...
Waar is deze zuil? Waar is de vuurstraal op gericht?
Deze hartverscheurende roep
klinkt als een kreet in zijn ziel.'
[bron]
karl stern 3
'In de kerstdagen van 1933
besloot kardinaal Faulhaber, bisschop van München,
om het nazistische anti-semitisme te bestrijden met een reeks van vijf preken
over de relatie tussen jodendom en christendom.
Deze preken,
die de vier zondagen van de Advent markeerden,
en vervolgens het feest van de Besnijdenis des Heren (op 1 januari),
vielen moedig de officiële propaganda van Hitlers staat aan.
Monseigneur Faulhaber bracht in herinnering
wat de mensheid te danken had aan de Bijbel en de Hebreeuwse profeten.
Hij veroordeelde racistische vervolging.
Maar toonde ook aan dat de ware culminatie van de Hebreeuwse profetieën
in Jezus Christus en Zijn Kerk lag, terwijl het Talmoedische jodendom
(na het jaar 70 door de rabbijnen ingevoerd)
daar slechts een afwijking van was.
In München hadden deze preken een enorme impact.
Er stroomden massa's mensen op af
en ze moesten via luidsprekers op het plein worden uitgezonden,
zodat iedereen ze kon horen.
Karl Stern, aangetrokken door de posters die overal in de stad hangen,
woont een van deze preken van kardinaal Faulhaber bij.
De preek lijkt wel voor hem geschreven!
Met grote eenvoud herinnert de spreker zich de feiten
rond de geboorte van Jezus van Nazareth – een Jood naar het vlees –
en legt duidelijk uit dat de God van de christenen inderdaad de God van de aartsvaders en profeten is.
Vervolgens verwijst hij kort naar de brief van Paulus aan de Romeinen,
waarin de blindheid van de Joden wordt besproken.
Voor Karl Stern, die aandachtig luistert,
is dit een compleet nieuwe visie op het post-christelijke jodendom.
De indruk is enorm, onuitwisbaar!
"Een compleet andere horizon opent zich voor me:
ik voel me als een kind dat zijn eigen huis alleen van binnen en vanuit de tuin kent,
en aan wie het voor het eerst wordt getoond
als onderdeel van het immense landschap!"
Elk Joods kind wordt geleerd dat zijn religie, net als een moeder, twee dochters heeft gebaard:
het christendom en de islam, en dat het christendom een verwaterd en vervormd jodendom is.
Luisterend naar deze preek, beseft Karl Stern voor het eerst dat dit niet de waarheid is.
Hadden de profeten niet aangekondigd...
dat het Woord "naar de verste eilanden" zou worden gebracht?
Nu is hij hier, en hoort hij dit Woord, uit de mond van hen "die niet tot Israël behoren,
en toch verdedigers van dezelfde God zijn, terwijl ze Christus prediken!"'
[bron]
karl stern 2
'Hitler was inmiddels Rijkskanselier geworden.
De golf van antisemitisme werd bedreigend.
De meeste Joodse professoren werden ontslagen.
Maar Karl Stern bleef in functie...
De triomf van het nationaalsocialisme...
bracht hem terug naar zijn jodendom.
Hij keerde terug naar de orthodoxe synagoge,
waar hij tien jaar lang niet meer was gezien.
Daar ontmoette hij oude vrienden:
"Ik ben als een man die lange tijd op blikvoer heeft geleefd
en die eindelijk groenten en fruit uit de familietuin
en brood van thuis voorgeschoteld krijgt!"
Maar, afgezien van het Joodse volk...
had hij een vaag gevoel dat door al deze haatvertoningen heen...
het Jezus Chrístus was die werd opgejaagd !
Op een sabbatavond...
hoorde Karl een bijbelles in de synagoge van München:
de messiaanse hoofdstukken uit Jesaja werden uitgelegd.
De jonge rabbijn op de kansel verklaarde:
"Als je die tweeduizend jaar van Galut ('ballingschap') overdenkt,
vraag je je bijna af of Jezus, kortom, niet de verwachte Messias zou kunnen zijn..."
Maar vervolgens verwerpt hij deze bewering als waanzin.
Karl Stern is niet overtuigd.
"Hoe weet u dat Hij dat niet was?"... mompelt hij peinzend.
Hij besefte geleidelijk aan...
dat het beste van het Joodse erfgoed
(psalmen van David, profetieën van Jesaja)
voortleeft in de katholieke kerk!
"Ik bevind me in een afgrond van duisternis en lijden,
geraakt in mijn eigen hart door verraad, laagheid, wreedheid,
gescheiden van het land Kanaän door 2000 mijl,
en door 2000 jaar van de Tweede Tempel [verwoest in 70 AD],
en hier vind ik mensen van vreemde volkeren
die de woorden van David en Jesaja in hun hart gegrift dragen!
Het is een wonder! Ik voel het diep...
Maar ik weiger het volledig toe te geven,
omdat ik bang ben voor de gevolgen
die dit besef voor mij zou hebben."'
[bron]
karl stern 1
'Karl Stern werd in 1906 geboren,
in het kleine stadje Cham in Beieren,
in een van de oudste joodse gemeenschappen van Duitsland,
waarvan zijn voorouders de rabbijnen waren.
Zijn vader had evenwel een stoffenwinkel,
en beide ouders waren wat men noemt 'geassimileerd'.
Religie was slechts aan de oppervlakte aanwezig in het gezin.
De kleine Karl bezocht de nonnenschool.
Hij leerde de heilige geschiedenis van het Hebreeuwse volk kennen,
maar ontdekte ook het Evangelie.
Op elfjarige leeftijd, in 1917,
verbleef Karl in München bij mevrouw Kohen.
Hij hield zich zeer strikt aan de sabbat en de heilige dagen van Israël.
Tijdens zijn vakanties verbaasde hij zijn familie met de strengheid van zijn joodse plicht:
hij droeg een gebedskap en de tefilin (band met capsule met wettekst of bijbelvers).
Oom Julius probeerde hem tot rede te brengen.
Uiteindelijk gaf Karl toe: zonder overgang werd hij sceptisch en materialistisch.
Hij ging geneeskunde studeren en specialiseerde zich in de psychiatrie.
Karl liep stage in Berlijn (Krankenhaus Moabit),
vervolgens in Frankfurt (Universitätsklinikum)
en in de zomer van 1932 bij het LMU in München,
waar hij zijn studies psychiatrie en neurologie voltooide.'
[bron]
donderdag 28 augustus 2025
sint-godelieve 7
sint-godelieve 6
'Ongeveer tien jaar na de dood van Godelieve,
schreef Drogo, monnik van de abdij van Sint-Winoksbergen
het "Leven van Godelieve" (Vita Godeliph), een werk waarin haar leven wordt beschreven.
Deze "Vita" werd later aangevuld met een verslag van wonderen en diverse gebeurtenissen, geschreven door een monnik, waarschijnlijk afkomstig uit de Sint-Andriesabdij, die alleen bekend is als Anonymus Ghistellensis.
In 1084, veertien jaar na haar dood
- jaar waarin zij op miraculeuze wijze het 'hemd zonder naad' zou hebben genaaid -
liet bisschop Radboud II van Doornik-Noyon Godelieves lichaam opgraven,
met het oog op haar heiligverklaring.
Op 30 juli 1084 al volgde die beatificatie.
En bij deze plechtigheid in de kerk van Gistel
waren vele hoogwaardigheidsbekleders aanwezig...
zoals gravin Geertruida van Saksen, de vrouw van Floris I van Holland
(en na diens dood van graaf Robrecht de Fries),
de abt van Sint-Winoksbergen,
en talrijke geestelijken.
-St.-Godelieveprocessie 2025-
De relikwieën van Godelieve
werden in de daaropvolgende eeuwen steeds weer vereerd door plaatselijke prelaten.
Er was een erkenning op 15 mei 1380, een certificaat werd opgesteld in 1392 en nog een in 1604.
Een nogal bewogen bezoek aan de relikwieën vond plaats op 7 juli 1719.
Een nieuwe erkenning vond plaats op 12 augustus 1907.
Delen van de relieken zijn sindsdien verspreid over verschillende kerken.
Ze werden gevonden in Doornik, Gent, Sleidinge, Ieper, Kortrijk,
in het klooster van Eeckhout en Mechelen.
Onder het volk geniet Godelieve nog steeds verering
en blijft ze bron van wonderen...'
[wiki]