Alle Paaslammeren van de Joden...
werden in brand gestoken op het voorplein van de Tempel...
op een van de drie verschillende plaatsen...
naargelang hun eigenaars rijk waren...
arm, of vreemdelingen.
Dat van Jezus werd niet geslacht in de tempel.
Hoewel Hij alle andere punten van de Wet strikt in acht nam.
Dat lam was maar een beeldfiguur.
Jezus Zelf zou de volgende dag het echte Paaslam worden.
Vervolgens gaf Jezus de apostelen onderricht...
over het Paaslam en de vervulling van wat het symboliseerde.
En toen de tijd naderde en Judas was teruggekeerd...
begonnen ze de tafels klaar te maken.
Daarna trokken ze de reizende ceremoniekleding aan...
die zich in de voorkamer bevond, en verwisselden ze hun schoenen. Het gewaad bestond uit een witte tuniek als een hemd, en daaroverheen een mantel, van voren korter dan van achteren. De tuniek was opgetrokken in de gordel, en de wijde mouwen waren omgeslagen.
Aldus uitgerust ging elke groep naar zijn eigen tafel:
de twee groepen discipelen naar de zijzalen...
Jezus en de apostelen naar het eigenlijke Cenaculum.
-
Ieder nam een staf in zijn hand...
en toen liepen ze in paren naar de tafel...
waar ieder op zijn plaats stond, zijn armen geheven...
en de staf rustend op één.
[een ander iemand, telkens op iemand anders schouder?
of alle staven rustend op een en dezelfde persoon?]
Jezus stond in het midden van de tafel.
Hij had twee kleine staven die de meester van het feestmaal aan Hem had aangeboden.
Ze waren wat krom van boven en leken op korte herdersstafjes.
Aan de ene kant hadden ze een haak, als een afgehakte tak.
Jezus stak de staven in Zijn gordel kruislings over Zijn borst (*).
* cf. Eg. staf & vlegel: farao als herder/die hoedt en boer/die voedt...
En als Hij aan het bidden was...
ondersteunde Hij Zijn opgeheven armen op de haken.
Het was een ontroerend gezicht om Jezus te zien leunen op deze staven terwijl Hij zich bewoog.
Het was alsof Hij het Kruis had, waarvan Hij het gewicht spoedig óp Zijn schouders zou nemen...
Hem nu ónder de armen ondersteunend.
Ondertussen waren ze allemaal aan het zingen:
'Geprezen zij de Heer, de God van Israël!'
'Geprezen zij de Heer!'
enz.
Toen het gebed beëindigd was...
gaf Jezus een van de staven aan Petrus...
de andere aan Johannes.
Ze legden ze opzij...
of gaven ze van hand tot hand door aan de andere apostelen...
maar wat dit betekende, kan ik me nu niet herinneren.
[emmerich]
