vrijdag 9 juni 2023

efrem de syriër 3


Efrems geschriften waren niet alleen algemeen bekend... 

ze werden ook in het Grieks vertaald en St. Basilius van Caesarea had veel aanzien voor hem. 

De deugdelijkheid van deze magnifieke vroeg-christelijke schrijver kan niet worden overdreven. Zijn 'Hymnografie van de Heilige Moeder' omvat een breed scala aan getuigenissen namens Haar Goddelijke Moederschap, Haar bevalling als Maagd, rol van reddende bemiddeling, ambt als tweede Eva en Haar absolute zondeloos-heid. 

Dit is buitengewoon belangrijk, want mocht het op dit punt in de christelijke geschiedenis een ketterij zijn geweest om de Maagd Maria te beschouwen zoals vermeld, dan zouden we hebben gehoord van een verzet en rebellie hiertegen. We zien echter alleen lof en bewondering voor auteurs die de Moeder Gods hoog in het vaandel hadden staan.



Hieronder staan enkele uitgelezen citaten uit zijn homilieën die getuigen van de universaliteit van de Maria-devotie en het respect dat Zij zo vereerd kreeg door in het middelpunt van de heilsgeschiedenis te staan. 

'Ontwaak, O mijn harp, uw akkoorden, ter ere van Maria, de Maagd. Verhef uw stem en bezing de buitengewoon wonderbaarlijke geboorte van deze maagd, dochter van David, die het leven aan de wereld heeft geschonken...

De minnaar verwondert zich vol bewondering over haar, terwijl de nieuwsgierige zoeker vervuld is van schaamte en zijn oor dichtgestopt, opdat hij niet zou durven snuffelen in de Moeder die ongeschonden in maagdelijkheid ter wereld is gekomen. 

In Maria's schoot werd een Kind. Hij die van eeuwigheid gelijk is aan de Vader. Hij gaf ons deel aan Zijn eigen grootheid en Hij verwierf Zelf onze zwakheid. Sterfelijk werd Hij samen met ons gemaakt, opdat wij, door Zijn leven in ons te gieten, niet meer zouden sterven...

Maria is de Tuin waarop de regen van zegeningen van de Vader neerdaalde. Van die regen besprenkelde Zij Zelf het gezicht van Adam. Waarop hij weer tot leven kwam en uit het graf opstond – hij die door zijn vijanden in de hel was begraven.

Zie, een maagd is een moeder geworden, die haar maagdelijkheid bewaart met haar zegels ongebroken... Ze is tot Gods moeder gemaakt en is tegelijkertijd een dienares, en het werk van Zijn wijsheid...

In Eden werd Eva een schuldenaar, en de schuld waardoor haar nageslacht in hun generatie ten dode opgeschreven was, werd in grote letters geschreven. De Slang, die slechte schrijver, schreef het uit, ondertekende het en gaf het kracht met het zegel van zijn bedrog... Eva was een schuldenaar van de zonde. 

Maar voor Maria was de schuld gereserveerd, opdat de dochter de schulden van haar moeder zou kunnen betalen en het handschrift zou verscheuren dat op haar moeders tranen was overhandigd als een erfenis voor alle generaties...

Aangezien Maria de ongeschonden Maagd was - voorafgebeeld door het gezegende land van Eden voordat diens oppervlak door groeven werd gescheurd - daar bloeide uit haar boezem de Boom des Levens, waarvan de smaak leven geeft aan zielen' 

-

'Aangezien u mijn zoon bent, zal ik u met mijn kinderliedjes kalmeren. En ondanks dat ik uw moeder ben, zal ik u eren.

Mijn zoon, aan wie ik het leven heb geschonken, ouder dan ik ben jij. Mijn Heer, hoewel ik U droeg, bent U het die mij steunt...

Laat de hemel mij in zijn omhelzingen houden; want daarboven ben ik vereerd. Want de hemel was in werkelijkheid niet uw moeder, maar u hebt er uw troon van gemaakt. Hoeveel eervoller en eerbiedwaardiger is de moeder van de koning dan zijn troon. Ik zal U danken, o Heer, omdat U hebt gewild dat ik Uw Moeder zou zijn. In zachte lofzangen zal ik Uw lof vieren...

Laat Eva, onze eerste moeder, nu horen en kom naar me toe... Laat haar haar gezicht ontbloten en U danken, want U hebt haar verwarring weggenomen. Laat haar de stem van volmaakte vrede horen, want haar dochter heeft haar schuld betaald.

De slang, haar verleider, is verpletterd door U, de scheut die uit mijn boezem is ontsprongen. Door U zijn de Cherubim en het Zwaard weggenomen, opdat Adam zou kunnen terugkeren naar het paradijs vanwaar hij werd verdreven.'

-

'Eva schreef in Eden het grote handschrift van schuld waardoor haar nageslacht de dood zou doorgeven aan alle generaties; de Slang tekende het fatale boek, verzegelde het en beveiligde het met het zegel van fraude...

Eva bracht de zonde met zich mee, en de schuld was voorbehouden aan de Maagd Maria, opdat zij de schuld van haar moeder zou kunnen betalen en het handschrift zou verscheuren waaronder alle generaties kreunden...

Er waren twee maagden, maar van deze twee was het gedrag heel verschillend: de ene lag op de grond voor haar man, de andere tilde haar vader op. Door Eva vond de mens zijn graf, door Maria werd hij naar de hemel geroepen...

Gods Eden is Maria; in haar is geen boom der kennis, geen slang die schaadt, geen Eva die doodt, maar uit haar ontspringt de Boom des Levens die de ballingen naar Eden herstelt.'

-

'Hoe kon het zijn dat zij, die de woning en woonplaats van de Geest was en die door de macht van God werd overschaduwd, later de vrouw van een sterfelijke man zou worden en in overeenstemming met de voorafgaande vloek pijn zou voortbrengen?

Want aangezien Maria gezegend is onder de vrouwen, werd door haar de oorspronkelijke vervloeking herroepen waardoor kinderen met pijn en vervloeking worden geboren….

Want deze Maagd is, zonder de pijn van de bevalling te ervaren, echt en waarachtig bevallen. Als bovendien het feit dat bepaalde discipelen 'de broeders van de Heer' werden genoemd, sommigen ertoe zou brengen te geloven dat zij de zonen van Maria waren, laat hen dan weten dat zelfs Christus zelf 'de zoon van Jozef' werd genoemd, en dit is niet alleen door de Joden, maar door Zijn moeder Maria zelf.'


[bron]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten