"Ondertussen broeit er wat binnen 'Temsche Voorwaarts'...
de studentenbond waarvan Edward nog altijd voorzitter is.
De jonge generatie is meer en meer de idealen van het activisme genegen, dat streeft naar samenwerking met de Duitse bezetter om Vlaamse politieke verzuchtingen te verwezenlijken.
De vergadering van 20 augustus 1915 verloopt woelig. Edward onderstreept dat de beweging in de eerste plaats de eigen Vlaamse vorming moet bewerken op taalkundig, cultureel en godsdienstig gebied. Men moet zich ervan afhouden haat te koesteren of te uiten tegen al wat Frans of Waals is, tegen wat Belgisch is en tegen de regering.
-
De maand daarop krijgt de koerswijziging echter concreet vorm...
door de verkiezing van de 16-jarige Flor Dierckx, een bewonderaar van Dr. August Borms, tot hoofdman van de leerlingenbond. Hij roept meteen op tot actieve deelname aan de politieke strijd.
Poppe waarschuwt: 'Bij ons Vlaming-zijn hield hij niet langer stil', aldus het verslag in het bondsblad, 'maar wij Vlaamse studenten moeten ook katholiek zijn. Ons Vlaamse volk is het altijd geweest. Altijd was het gevoelloos voor elke onzijdige beweging. Gedenkt uw leus: Vlaanderen voor Christus! Als leiders van ons volk hoeven we meer te zijn dan gewoon katholiek.'
In september...
laten de jongeren een vurig pleidooi voor de snelle oprichting van een Vlaamse Hogeschool horen, zelfs onder de bezetting. Over de godsdienstige dimensie van de Vlaamse strijd wordt in alle talen gezwegen.
Edward neemt als laatste spreker het woord: 'Vele studenten vatten enkel de Vlaamse Beweging als een taalbeweging op. Veronderstel dat van nu af aan onze taal overal gesproken wordt: zal daarom de matigheid in alle werkmanskringen heersen? zal daarom de verstandhouding beter wezen tussen patroon en knecht? zal daarom ons volk christelijker wezen?
Neen, driewerf neen! Wat is dan eigenlijk de Vlaamse Beweging? Ik antwoord u met de woorden van Hugo Verriest: Onze beweging is ons werken om ons volk te brengen tot zijn Vlaming-zijn. Ik versta daardoor om van ons volk een volk te maken dat vrijheid heeft, dat kunstenaars onder zijn kinderen telt, dat machtig is, dat een tale heeft, dat matig is, maar bovenal... een volk dat een godsdienst heeft!'
De toespraak is als het ware het geestelijk testament van Edward aan 'Temsche voorwaarts'. Hij voelt dat hij niet meer gevolgd wordt. Kort na zijn priesterwijding zal hij zijn ontslag als hoofdman indienen.
De nieuwe richting die het AKVS uitgaat, meer in politieke en laïciserende zin, keurt hij af. Omdat men zich zo verwijdert van het ideaal van de verdediging van een katholieke samenleving.
Begin 1916...
maakt Edward op spiritueel vlak een heel moeilijke periode door omdat hij in conflict komt met zijn geestelijke leiders.
Eerst is het een pater karmeliet die hem wil aftrekken van zijn devotie tot Onze-Lieve-Vrouw omdat hij die overdreven vindt. Een andere geestelijke vader, een jezuïet, vindt dat hij niet bij Maria mag blijven staan, maar moet doorstoten tot Jezus.
Hoewel Edward het gevoelen heeft dat heel zijn vroomheid plots ondergraven wordt, onderwerpt hij zich. Twee maanden lang maakt hij een verschrikkelijke tijd door. Waarom moet hij zijn lieve Moeder opzij schuiven? Verwaarloosde hij zijn relatie met Jezus door teveel met Maria bezig te zijn?
'Corrigeren van zijn mariale vroomheid', noemt Van de Velde dat. De biograaf, die tuk is op psycho-analytische verklaringen, zoekt de reden voor de innerlijke strijd van Edward Poppe in 'verbeten weerstand uit zijn diepere persoonslagen'...
Neen !
De beide paters hebben gewoon twijfel gezaaid...
en de jonge seminarist is tijdelijk het spoor bijster.
Uiteindelijk ontvangt hij een beslissende genade...
die hem bevrijdt uit het verscheurend dilemma.
De H. Maagd zelf neemt het op zich om hem te verlichten en te doen begrijpen dat de beste godsvrucht tot haar niet verschilt van die tot Jezus, dat zij geen verwarring zaait, maar een vereenvoudiging van het geestelijk leven betekent.
Maria is de weg die leidt naar Jezus, de band die ons met Hem verbindt, en in Hem met de H. Drievuldigheid. Bijgevolg kan men heel bewust bij Zijn Moeder blijven terwijl men ondertussen in de meest intieme vereniging met Jezus verkeert.
-
We mogen niet denken dat alle medeseminaristen Edward op handen droegen.
In zijn dagboek vinden we volgende passage: 'Kunt gij verdragen dat men van u denkt dat gij ne scrupuleuze zijt ? Dat men medelijden heeft met u omdat gij het zo nauw opneemt ? Dat men u aanziet en bekend maakt als ne pezewever, omdat gij getrouw zijt aan meditatie, brevier, geestelijke lezing?'
Het zijn vragen die hij tot zichzelf richt, want hij weet dat het overwinnen van het menselijk opzicht voor hem een harde noot om te kraken is.
En toch zal hij daarin slagen.
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten