maandag 12 juni 2023

edward poppe 22



"Ondertussen is de naam van priester Poppe in heel Vlaanderen bekend geworden, vooral sinds de publicatie van het 'Eucharistisch Catechistenboek voor de Kleintjes' (Lichtmis 1920)

Van alle kanten stromen de vragen tot medewerking aan tijdschriften toe. Edward belooft bijdragen te schrijven voor het 'Liturgisch Parochieblad' en voor 'Zonneland', het gloednieuwe kindertijdschrift van de paters norbertijnen van Averbode.





Rond diezelfde tijd... 

besluit pater Basiel Vanmaele, een norbertijn, om met de goedkeuring van de hogere geestelijkheid ook in Vlaanderen de Eucharistische Kruistocht te lanceren, een beweging die de toepassing van de communiedecreten van H. Pius X [over veelvuldige en vroegtijdige communie] wil aanmoedigen. 

'Zonneland' zal er het werktuig van worden. 

In maart 1920 worden de twintigduizend jonge lezertjes op de hoogte gebracht: 'Hier in Averbode is er bijzonder voor u een bond opgericht en die heet: De Eucharistische Kruistocht. Het doel ervan is het verspreiden der veelvuldige communie, en de bevordering van Jezus’ belangen door het machtige wapen van het gebed.'




Seminarist Jozef D’Haenens... 

een vurig Filiolus en een groot bewonderaar van priester Poppe... 

brengt Vanmaele in contact met de rector van Moerzeke: 'Mijns inziens, wilt ge volkomen zeker zijn dat die werking, onder de kleinen vooral, grote vruchten zal afwerpen, dan moet ge u het koste wat kost de medewerking trachten te verzekeren van den E.H.Poppe, rector te Moerzeke. Het is een heilig priester, zoals er wellicht weinige zijn. Hij zou de man zijn bij uitmuntendheid om u bij te staan in die werking voor de kleinen...' 

Edward is opgetogen wanneer hij over het initiatief van de norbertijn hoort, temeer omdat de nood hoog is. De eerste naoorlogse verkiezingen in november 1919, op basis van het algemeen enkelvoudig stemrecht, zorgen voor de grote doorbraak van de socialisten. Ze hebben amper drie zetels minder dan de katholieken en zijn meteen de tweede grootste partij van het land. 

Het ministerie van Kunsten en Wetenschappen, waaronder het openbaar onderwijs ressorteert, komt voor het eerst in handen van een socialist: de Waal Jules Destrée. Een heropflakkering van de schoolstrijd is voor priester Poppe niet denkbeeldig...



Op 15 maart 1920 zegt hij de norbertijn zijn medewerking toe. 

Maar tegelijkertijd drukt hij zijn eigen visie uit : 'Wat de Eucharistische Actie betreft, ik streef er vooral naar om de H. Communie meer vormend te helpen werken in het leven der kleintjes en het getal [de kwantiteit] door de hoedanigheid [de kwaliteit] aan te vullen. Daar werd tot nu toe weinig acht op gegeven, nietwaar? 

Niet enkel 'veelvuldig' communiceren, maar daarbij de H. Communie beter leren benutten door de communiecantjes. Het leven der kinderen ook mariaal helpen worden, juist omdat de devotie tot Jezus mariaal is, is een bekommernis die nauw samenhangt met mijn eucharistische betrachtingen.'

Al snel blijkt dat Vanmaele en Poppe helemaal op dezelfde lijn zitten. 



Over zijn eerste ontmoeting met Edward, twee maanden later, zal de norbertijn later schrijven:

'Ik zie hem nog halfrecht zittend in zijn bed in een hoek van de kamer, mij bij mijn binnentreden hartelijk welkom hetend en me mijn priesterlijke zegen vragend. 

Om de hals droeg hij zijn paternoster, en vóór hem op het bed lag er een klein kruisbeeld, waar hij onder het gesprek af en toe op neerblikte. En aan het voeteneinde stond op een kleine tafel het beeld van Onze-Lieve-Vrouw, zijn lieve Middelares, onder wier moederlijke ogen hij werkte en bad. 

Zo vond ik hem de eerste maal... zo vond ik hem telkens, als ik later bij hem op bezoek kwam, immer met die wonderbare glimlach op het gelaat als van een in God verslonden heilige.'



Kort daarop maakt het secretariaat van de Eucharistische Kruistocht bekend dat het een herkenningsteken (logo) heeft laten vervaardigen dat internationaal erkend is: een kelk met de H.Hostie tegen de achtergrond van een kruis, met rondom de woorden: Ecce Panis Angelorum. 

De kruistochters van Spanje, Frankrijk, Italië, Zwitserland, Groot-Brittannië, Mexico en België zullen voortaan hetzelfde kenteken dragen. 

Edward licht de betekenis toe: 

'Kelk en Hostie is het vernieuwde kruisoffer dat ons in de H. Communie wordt medegedeeld om ons ook tot offer te maken. Daarom: kruis achter kelk en hostie. Het is geen bloedig kruis, maar een wit kruis, want het is de onbloedige vernieuwing van het kruisoffer waar we in het Eucharistisch offer aan deelnemen. De oorsprong ervan alleen was bloedig (wit kruis op bloedrode fond)

Opschrift : Ecce Panis Angelorum, 'Ziedaar het Brood der Engelen': om te beduiden dat de kleinen daar hun voedsel moeten in zoeken en wel (van) als ze nog engelkens zijn; dat de kleinen door dat brood zuiver zullen blijven of zuiver zullen worden als engelen; om te tonen met welke verheven gesteltenissen het betaamt dat ze dit goddelijk voedsel nemen.

Panis, brood : om te beduiden dat de hostie een voedsel is en geen beloning. Voedsel neemt men zoveel men kan. [Honderd jaar later zal paus Franciscus precies dezelfde zienswijze vertolken!]



Edward spreekt nu over zijn toestand als 'een providentiële ziekte'. 

Hij voelt zich boven zichzelf uitgetild, in de greep van een stille kracht die nieuwe toekomst waarborgt, zelfs indien hij nooit meer zou genezen. Zijn medewerking aan Zonneland doet de oplage van het kindertijdschrift snel stijgen: in de zomer van 1920 zijn er al 27.000 abonnees, in december zullen het er 50.000 zijn! 

Een andere uitgave van de norbertijnen, 'Averbodes Weekblad', legt aan de opvoeders uit hoe zij het werk moeten uitvoeren bij de jeugd: A.W. zal gebeden schooien om de E.K. te rugsteunen. Want, zo schrijft hij aan Basiel Vanmaele: 'Pater, wordt er gebeden voor de Kruistocht? Dat is wel de hoofdzaak, nietwaar!'

Wat Edward wil, is een brede beweging van eucharistische en mariale devotie die in de diepte van de zielen moet werken. Het godsdienstonderricht op de scholen laat naar zijn mening veel te wensen over: te theoretisch, te nuchter en te kil. Het leert de kinderziel niet genoeg open te staan voor de sacramentele genade en die genade te gebruiken in het dagelijks leven.



Hij beseft heel goed dat zoiets niet op enkele maanden tijd gaat en dat er veel offers nodig zijn: 'Laat ons moedig werken', zo gaat hij verder, 'de oogst eerst verwachten na maanden... na jaren... ja, na jaren! Hoe blij is Onze-Lieve-Heer als wij zo op Hem vertrouwen. Dan ziet Hij dat wij zeker zijn van Hem en dat heeft Hij gaarne.' 

'Laat ons ook zelf toonbeelden van Kruis-ridders zijn, en álles verwachten van het offer van onszelf, want zonder dit offer krijgen we de bronnen van Jezus’ offer niet aan ’t stromen. Het offer moet onze inkt zijn als wij schrijven; het offer moet onze woorden kleuren en onze zinnen doorzenuwen...'

Hoe dient de E.K. concreet georganiseerd te worden ? Priester Poppe start in de lagere school van Moerzeke met zgn. weekbriefjes; daarop moeten de kinderen eerlijk antwoorden op vijf vragen: 

- Voor wie hebt ge deze week gewerkt? 

- Wat hebt ge ervoor gedaan? 

- Hoe dikwijls hebt ge uw opdracht vergeten? 

- Welk was uw bijzonder puntje? 

- Welke verstervingen hebt ge gedaan?





De ingevulde briefjes moeten in een 'Spaarpot voor Koning-Jezus' gestoken worden, die naast het Mariabeeld staat. En dan is het aan de zusters en de onderwijzeressen om ermee aan de slag te gaan, aan de hand van richtlijnen door Edward opgesteld. 

Seminarist D’Haenens krijgt de opdracht om die gedrukte richtlijnen verder te verspreiden."


[bron]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten