"De laatste vijf jaren...
van zijn korte leven – hij sterft op 33-jarige leeftijd –
is Edward Poppe in de eerste plaats een zware zieke, die zijn kamer in het klooster van Moerzeke nauwelijks kan verlaten. Het is een 'lentum martyrium', een langzaam martelaarschap. Zelf wordt hij aangegrepen door zijn eigen nietigheid, terwijl zijn heiligheid nochtans naar alle kanten uitstraalt.
Om tijdens zijn ziekte, rechtop zittend in bed, zijn schrijfwerk te kunnen doen, maakt Edward gebruik van het deksel van een oude lessenaar. Daarop heeft hij een kelk met een hostie geschilderd, omgeven door een vlammenkrans en tegen de achtergrond van een donker kruis.
Daaronder prijkt het woord 'Accendatur'. De tekening verwijst naar de woorden van Lc.12:49: Ignem veni mittere in terram et quid volo nisi ut accendatur! [Vuur ben Ik op aarde komen brengen, en hoe verlang Ik dat het al oplaait/ontstoken wordt...]
Het is dezelfde tekst die de H. Louis-Marie Grignion de Montfort (1673-1716) - van wie Poppe meer dan ooit de leerling wil zijn - inspireerde tot diens Brandende Bede [Prière Embrasée]:
'Het Goddelijk Vuur, dat Jezus op aarde kwam brengen, moet ontstoken worden voordat Gij het vuur van Uw gramschap ontsteekt dat alles op aarde zal verteren. Zend Uw Geest uit en zij zullen herschapen worden, en Gij zult het aanschijn van de aarde vernieuwen. Zend die Geest van Louter Vuur op aarde, om er priesters te verwekken van Louter Vuur. Moge door hun bediening het aanschijn van de aarde worden vernieuwd en Uw Kerk herschapen!'
Edward wil het 'Accendatur' voortdurend voor ogen houden bij het bijhouden van zijn alsmaar groter wordende correspondentie, die voor hem geleidelijk aan zijn belangrijkste vorm van apostolaat wordt."
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten