Uit: Over de Heilige Geest
Tiendaagse oefening, Dag 2
Laten we eens kijken...
hoeveel we verschuldigd waren aan de Heilige Geest op het moment dat God de mens schiep en hoeveel we Hem daarom zouden moeten liefhebben.
De goddelijke Essentie, God...
was verheugd dat Zijn Goddelijke Eigenschappen Hem zouden overhalen om Zichzelf als het ware te herscheppen. [De 'heiligmaker' H.Geest (Liefde & Goedheid), verlangde dit van de 'schepper' Vader (Macht & Gerechtigheid) en de 'verlosser' Zoon (Wijsheid & Barmhartigheid)]
Dus vormde de Heilige Drie-Eenheid een soort raad, om te beslissen over de beste manier om die wezens te creëren, die zo begeerd worden door de Goddelijke Eigenschap van Oneindige Goedheid.
De drie Goddelijke Personen die de Goddelijke Essentie heeft en bezit, boden toen voor de schepping van de mens de Attributen aan die Elk als eigen aan Zichzelf heeft.
Voor de rest van de schepping, met uitzondering van de mens, was alleen de eigenschap Macht voldoende. Maar de schepping van de mens bracht álle Goddelijke Eigenschappen in werking.
-
De drie goddelijke Personen waren toen als het ware in overleg om het scheppingswerk te plannen, en de goddelijke Essentie, God, overzag als het ware de hele schepping voordat Hij haar schiep en zag haar precies zoals ze is.
Hij zag in één oogopslag de rebellie van de gevallen engel en hoe hij later de mens zou verleiden. En toch boden de drie Goddelijke Personen, die in deze driemaal Heilige God zijn, al hun eigen eigenschappen aan ten gunste van de mens, die zij verleid zagen worden.
Het Goddelijk Woord bood zichzelf aan als remedie voor het grote ongeluk dat de mens door diens verleiding zou worden berokkend, want het zou hem [de mens] doen wegvallen uit de gelukkige toestand waarin de Oneindige Goedheid van de Heilige Geest hem had willen plaatsen.
-
De Wijsheid van God, die in het Woord woont, heeft de middelen ontworpen en gepland om deze grote tegenslagen te herstellen en te verhelpen.
De middelen die dit Attribuut ontwierp en plande, waren de drie wegen van Eerherstel, Straf en Hernieuwde Exaltatie:
1 eerherstel voor de beledigde Schepper
2 straf voor de opstandige en opruiende engel
3 hernieuwde exaltatie voor de gevallen mens, omdat de genade van het Goddelijke Woord besloot hem op te richten uit zijn val naar nóg grotere hoogten.
Deze Oneindige en Immense Wijsheid, die alle dingen omvat...
besloot dat er, als middel tot herstel, een Mens-God zou zijn die herstel zou brengen, en er was geen andere manier om dit te doen dan dat God mens zou worden, en voor dit doel bood het Goddelijk Woord, dezelfde Persoon wiens Grenzeloze Wijsheid dit alles had ontworpen en gepland, zich aan.
De Goddelijke Essentie, God, aanvaardde dit offer van het Goddelijke Woord, de Tweede Persoon van de Gezegende en Verheven Drie-Eenheid, en met de aanvaarding werd verordend dat God mens zou worden, zodat er dan een Mens-God zou zijn die de fout zou herstellen die het schepsel zou begaan tegen de maker.
-
In dit herstel zou de mens gratie krijgen.
En de opstandige en opruiende engel zou de grootste straf vinden die God in zijn Oneindige Wijsheid kon bedenken om diens trots te straffen en hem voor altijd nederig, beschaamd, onteerd, vertrapt en verslagen achter te laten. Want God kiest altijd de remedie die past bij het ongeluk en straft zoals past bij de zonde.
-
Hoewel God al deze dingen vóór de schepping zag...
was er geen tegenzin van Zijn kant.
Geen moment aarzelde Hij, maar ging door met de schepping van de engel en van de mens, zo gewenst door de Heilige Geest. Want de heiligheid van God bemint en wil alles wat Hij als goed en rechtvaardig beschouwt, aangezien Zijn Wil nooit zal mislukken.
De schepping waarnaar werd verlangd door de eigenschap van Zijn Goedheid, die in de Heilige Geest woont, was iets heiligs. En Oneindige Goedheid (die, zoals ik al zei, expansief en communicatief is) laat nooit een goed ongedaan, ook al zal het met ondankbaarheid worden terugbetaald.
Aangezien ze wordt gedreven om noch uit enig belang noch uit verlangen naar respect te handelen, want er is niets dat God waardig is buiten Hemzelf. Hij werd enkel gedreven door Zijn Verlangen om goed te doen.
Een impuls van Zijn Goedheid, en niets anders, bracht hem ertoe engelen en mensen te creëren en de hele schepping die we allemaal zien en bewonderen. Hij schiep de hemel voor de engelen en het paradijs op aarde voor de mensen.
Een andere impuls van zijn Oneindige Barmhartigheid en Liefde dreef hem ertoe God-Mens te worden om de geschapen mens te verlossen en hem na zijn val tot nog grotere hoogten te verheffen, zonder enig voordeel voor Hemzelf hierin.
God heeft ons helemaal niet nodig. Wij zijn het die Hem voor alles nodig hebben. Hij doet altijd goed, zelfs als Hij met ondankbaarheid wordt beloond. Hij is altijd liefdevol, zelfs als Zijn Liefde niet beantwoord wordt.
-
Zodra deze Heilige en Goddelijke Geest de middelen zag die door de Wijsheid van het Goddelijk Woord waren bedacht, bood Hij op zijn beurt aan Schoonheid en Rijkdom te schenken aan de engel en aan de mens, niet afgeschrikt door hun slechte gedrag.
Want Hij zag duidelijk het slechte gebruik dat ze van Zijn Gaven zouden maken, en Hij wist dat ze wat Hij zo edelmoedig gaf, zouden gebruiken om in opstand te komen tegen Hemzelf, hun Heer en Meester.
O allerhoogste Goedheid, hoe is het mogelijk dat Gij, voordat Gij ons schiep, zag hoe slecht Gij zou worden terugbetaald door deze schepselen van U, die Gij zou voortbrengen uit hun nietigheid en kwaad met/tot eeuwig leven door een daad van Uw Oneindige Macht, zodat ze bij U zouden wonen en voor eeuwig van U zouden genieten...
en toch niet werd afgehouden van Uw verlangen om ons gelukkig te maken, noch door de opstand van de engel tegen U, noch door de ongehoorzaamheid van de mens, noch door de ondankbaarheid, minachting, hoon en beledigingen die Gij zou krijgen van de rest van het menselijk ras.
Gij zag dat het Voorstel en Plan dat U door Uw Oneindige Goedheid naar voren werd gebracht, iets goeds was, dat het impliceerde goed te doen. En in het licht van de Liefde en Goedheid van Uw Goddelijke Eigenschappen, die zoveel eer geven aan de Goddelijke Essentie, en zelf zo'n genot eraan hebben om goed te doen, zou niets U kunnen afschrikken.
Gij zag duidelijk het onaangename gedrag van deze schepselen die Gij zo graag wilde verrijken, maar niets daarvan weerhield U. Op het moment dat de Kracht van de Vader ze tot leven brengt en ze vormt uit de modder, vulde Gij met Uw Goddelijke Adem de ziel die Gij hen hebt gegeven met leven, en onsterfelijke leven.
O goddelijke actie, hoe bewonderenswaardig zijt Gij en hoe zijn Uw Goedheid en Uw Liefde het waard om nagevolgd te worden door allen die God dienen en die ernaar streven om zoveel mogelijk goed te doen!
Jij die toegewijd bent aan de dienst van de Heer, bedenk hoe deze Goddelijke Meester ons leert om genereus en belangeloos goed te doen, of het nu is voor een vriend of een vijand, iemand die dicht bij ons staat of een volslagen vreemde, iemand dankbaar of iemand ondankbaar.
Als we iemand ontmoeten, laten we dan al het goede doen dat we kunnen, uit liefde voor Hem die alle dingen voor ons heeft geschapen voordat we bestonden.
Wetende dat we zouden vallen, zelfs voordat we dat deden, bereidde Hij de remedie voor al onze tegenslagen en bracht ons daarna naar veel grotere hoogten. Dit is inderdaad Goedheid, Barmhartigheid, Liefde en Opperste Liefde!
Kom, Heilige en Goddelijke Geest. Kom en leer ons de naastenliefde te beoefenen op de wijze van God, opdat we door dit zo te doen de goddelijke Essentie kunnen verheerlijken en danken.
Hoe droevig is het, O Heilige en Goddelijke Geest, te denken dat we grote naastenliefde beoefenen en grote offers brengen, en toch, omdat we niet weten hoe we dat op de juiste manier moeten doen, U daarmee niet verheerlijken, noch dat het ons enig voordeel oplevert.
Omdat Gij, onze God, geen plezier beleeft aan onze daden en offers, tenzij Gij daarin een zuivere intentie vindt. Gij wilt dat wij altijd en in alle dingen handelen als kinderen van onze Heilige Vader. En hoe kunt Gij iets accepteren of roem verkrijgen in alles wat wij doen, of in alle offers die wij brengen zonder zuivere bedoeling? Wat betekent dat ze niet voor U worden gedaan?
-
Willen onze goede daden en offers aanvaardbaar zijn, dan moeten ze allemaal gericht zijn op het enige doel van U te behagen, ze moeten worden gedaan uit liefde voor U en voor het welzijn van zielen.
Deze laatsten zijn Uw grote zorg. Het is in hen dat Gij Uw grootste eer en Uw grootste glorie vindt. Want hoewel alles wat we doen uit liefde voor U aangenaam is, zijn die daden gedaan voor het welzijn en de redding van zielen, die en die alleen, zo zegt Gij ons, voor Uw grootste eer en Uw grootste glorie.
Dit is de manier waarop Gij wilt dat wij handelen, zodat wij ons altijd kunnen gedragen als kinderen van onze Heilige Vader en leerlingen van die grote Leraar.
En we hebben zeker krachtige motieven om altijd op deze manier te handelen! Van Wie komen we tenslotte? Naar Wie gaan we, en met Wiens hulp? Aan Wie hebben we meer te danken dan aan Hem? Wie houdt meer van ons dan Hij? Wie bekommert zich meer om ons tijdelijke en eeuwige welzijn? Wie heeft zich voor ons opgeofferd zoals Hij?
Dus, laten we Hem behandelen zoals Hij ons behandelt, en laat vanaf vandaag elke ademhaling uit liefde voor Hem zijn, om Hem te behagen en Hem vreugde te geven in alles. Laten we proberen om zielen te redden, altijd om zielen te redden, want dit is de grootste eer en glorie die we Hem kunnen geven.
O Heilige en Goddelijke Geest, we zijn vastbesloten vanaf vandaag uw leringen en het voorbeeld dat Gij ons geeft te volgen, zodat we, nu we begonnen zijn God in dit leven te verheerlijken, dit voor altijd en altijd kunnen blijven doen.
Amen.
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten