"In maart 1919...
vindt in Gent een Diocesane Bijeenkomst van de Filioli plaats.
Er zijn 35 geestelijken aanwezig.
Velen van hen kijken zo op naar priester Poppe dat zij een persoonlijke briefwisseling met hem beginnen. In zijn antwoordbrieven legt deze het accent op de absolute noodzaak voor priesters om een diep innerlijk leven te cultiveren, willen ze vruchten dragen.
'Aan de vurigheid der priesters is de zaligheid van gestichten en dorpen verbonden... Weten dat elke versterving haar weerklank heeft op onze jongens, op onze biechtelingen, weten dat elke overwinning vermenigvuldigd wordt in haar uitwerkselen!'
Eind april...
organiseren de Filioli van het aartsbisdom een Congres in de abdij van Keizersberg (Leuven).
24 seminaristen en jonge priesters die ernaar verlangen heilig te leven.
Edward wordt uitdrukkelijk uitgenodigd, al is hij van een ander bisdom.
Twee dagen lang volgt hij stilzwijgend de besprekingen. Er wordt gediscussieerd en geanalyseerd, er worden voorstellen uitgewerkt over statuten, een tijdschrift, een redactiecomité...
Maar bij onze Temsenaar groeit de ongerustheid: hij is ontsteld door de banaliteit van de debatten, hij mist de geest van stichter Robrecht. Denkt men dan echt dat alles kan opgelost worden met louter menselijke middelen?
De derde dag...
kan hij zich niet meer inhouden en vraagt het woord.
In een onvergetelijke tussenkomst schildert hij het portret van een waarachtig priesterleven, het enige dat redding kan brengen: een leven van armoede, van gebed en geloof, van vertrouwen en blinde gehoorzaamheid.
'Lijk een mes sneed zijn woord door de zielen', schrijft ooggetuige Odilo Jacobs. 'Geen ijdel vertoon, geen gezochtheid: alles even fris en nieuw. Iedereen luisterde en zweeg en voelde het waaien van de Geest Gods.'
'Groot Verlof', Oude Markt 2022
’s Anderendaags...
vraagt men hem de afsluitende homilie te houden over het evangelie van de dag, een uittreksel uit het hogepriesterlijk gebed [Joh.17]. De aanwezigen hebben de indruk in hun midden Christus zelf te hebben die zei: Ik ben de Weg! Ik ben de Waarheid! Ik ben het Leven!
Ze worden vooral getroffen door de dimensie die Edward Poppe aan het priesterschap geeft door zijn commentaar op volgend woord van Jezus: 'Wie in Mij gelooft, ook hij zal de werken doen die Ik zelf verricht; en zelfs grotere zal hij doen.' [Joh.14:12].
Edward Poppe: 'O Jezus, met deze woorden stelt Gij mijn geloof op de proef. Ik zou me willen achteruittrekken en toch, neen, ik zal niet twijfelen, maar ook dit geloven, omdat Gij het zo zegt: ik, Uw arme priester, ik zal de werken doen die Gijzelf hebt gedaan, et maiora horum, en nog grotere zal ik doen. Fiat, Domine!'
Die gedenkwaardige dag is een mijlpaal voor de Filioli. In zekere zin begint dan ook het 'openbaar leven' van priester Poppe: vanaf nu wordt hij beschouwd als leider en gids van hen die de weg van de priesterlijke volmaaktheid willen inslaan.
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten