maandag 12 juni 2023

edward poppe 23

Schipperskapel (OLV van Troost), Moerzeke

gekroond door Pius X 

(1904)


In de zomer van 1920... 

krijgt Poppe van zijn nieuwe geestelijk directeur, de redemptorist pater Van Haute, de opdracht een noveen te houden naar de Moerzeekse Schipperskapel om genezing te bekomen. Edward doet het 'uit gehoorzaamheid', schrijft hij aan zijn broer: 'niet voor mij, ik ben zeer gelukkig, maar voor de zielen.'

Op 8 juli vertrekt een kleine stoet aan het rectorshuis. Voorop stapt Edward, goed ingeduffeld en beschermd met de voortaan onmisbaar geworden grote sjaal, in het gezelschap van zijn moeder en gevolgd door enkele weeskinderen en oudjes uit het klooster. 

Terwijl de Blijde Mysteriën gebeden worden, sluiten zich onderweg enkele buren aan. Na korte tijd is Edward al ten einde krachten, maar hij denkt er niet aan zijn noveen op te geven. Men haalt er een kruiwagen bij waarop de rector zo comfortabel mogelijk met kussens geïnstalleerd wordt.

-

De tweede dag is de stoet aanmerkelijk groter. 

Heel wat mensen voegen zich bij de groep om Edwards genezing van Maria af te smeken. Iedereen is erover verbaasd dat meneer de rector deze keer drie vierden van de weg – het is een klein half uur gaan – te voet kan afleggen. De dag daarop nemen ze de kruiwagen nog wel mee, maar priester Poppe heeft hem niet meer nodig.

-

De groep bedevaarders groeit elke dag verder aan. 

Iedereen is blij dat de gebeden klaarblijkelijk verhoord worden, want de geestelijke wint zichtbaar aan krachten. Hij gaat voorop, bidt luidop voor en geeft bij elk tientje een bijzondere intentie aan, los van zijn eigen genezing.

-

Op 16 juli... 

feest van Onze-Lieve-Vrouw van de Karmel... 

kan het noveen afgesloten worden. 

Voor het beeld van het H.Hart, dat hij op die dag op zijn kamer introniseert, bidt Edward vurig voor een nieuw leven: 'Ik leid U hier binnen, O mijn goddelijke Vriend, om hier met U te wonen, met U te werken, met U te leven. Ik wil samen met U een nieuw leven beginnen, een leven van Liefde en van Vruchtbaarheid.' 

De opvallende verbetering van zijn gezondheidstoestand die hij verkregen heeft, wil hij aanwenden om nog meer één te worden met Jezus en Maria: 'O Maria, mijn Koningin en Moeder, O milde Middelares van alle genade, ik geef mij geheel aan U, met al wat ik ben en al wat ik heb.'

Zijn streven naar grotere heiliging is geen strikt individueel verlangen, het is dienst aan het christenvolk: 'Gedenk dat van mijn heiligmaking de redding van zovele zielen afhangt.' 

Twee dagen tevoren heeft hij nog geschreven aan een vriend: 'Als ik de kinderzielen zie vergaan met massa’s, en ze zie kwijnen tot op onze katholieke schoolbanken toe... als ik de werklieden en de werkmeisjes achter de rode vlag zie lopen met hele scharen... als ik zo weinig liefde zie voor Jezus en Maria... dan vergeet ik mijn ellende, en smeek ik Maria mij heilig te maken, en naar niets meer om te zien.'



Intussen kent de Eucharistische Kruistocht een ongelooflijke uitbreiding. 

Priester Poppe is er nooit officieel de bestuurder van geweest, maar dat neemt niet weg dat de duizenden jonge kruisriddertjes elke week uitkijken naar het 'ordewoord' van hun aanvoerder in Zonneland, en dat de paters van Averbode hem als de spil van de beweging zien. 

Spontaan voelen groten én kleinen dat van zijn heilig leven een bezieling uitgaat die heel de E. K. doordesemt en voortstuwt.

-

Een leger is uitstekend, oordeelt Edward... 

maar er moeten ook voldoende bekwame officieren zijn. 

Op een vergadering met enkele vooraanstaande geestelijken wordt daarom besloten om zoveel mogelijk priesters en onderwijzers te winnen voor de beweging. De priesters wil men bewerken in de gebruikelijke bijeenkomsten en recollectiedagen, de leraren langs de normaalscholen om. Zo start op voorstel van Poppe de E.K.N., de Eucharistische Kruistocht voor Normalisten.

Daar blijft het niet bij. Op verschillende middelbare scholen steekt een bezield leraar van wal met een afdeling voor scholieren, en in december 1920 ziet in Leuven de Eucharistische Kruistocht voor Hoogstudenten het licht. Zo groeit de beweging stilaan uit tot een volledig opvoedingssysteem van mariaal eucharistisch leven in heel Vlaanderen. 

De E.K. moet in de optiek van Edward geen bond of werk naast vele andere zijn, maar de ziel van alle werken, de leven gevende geest van alle christelijke ondernemingen... Moet derhalve ook de Vlaamse Beweging niet van diezelfde geest doordrongen worden?


[bron]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten