'In 1934 (25 jaar oud)
- tijdens een verblijf in Italië -
ontdekte Sih het concrete gezicht van de katholieke kerk:
de schoonheid van de kathedralen en basilieken,
maar bovenal de "schoonheid van de heiligheid".
Hij las Dante
en raakte geleidelijk vertrouwd met de grote Italiaanse heiligen:
Franciscus van Assisi, Catharina van Siena, Johannes Bosco,
Ambrosius van Milaan, Thomas van Aquino, enz.:
"De persoonlijkheden van deze heiligen, hun heldhaftige geest van onthechting en van gehoorzaamheid aan Christus, oefenden een diepe, zij het onbewuste, invloed op mij uit... Zij weefden langzaam een spirituele basis in mijn geest en hart."
In 1939 (30 jaar oud)
ontmoette hij een Chinese man
die een parallel pad als het zijne had gevolgd:
John Ching Hsiung Wu (1899-1986, hoofdauteur van de Chinese Grondwet van 1947).
Ook hij was opgeleid in de school van Confucius, en toendertijd gefascineerd door christelijke heiligheid (met name die van de kleine Normandische karmelietes Thérèse van Lisieux, die hij liefkozend "het bloemetje" noemde).
Sih bewonderde de eenvoudige en vredige vreugde
die de hele familie Wu (hijzelf, zijn vrouw en hun dertien kinderen) uitstraalde. Hij vond het heerlijk om hen 's avonds als gezin de rozenkrans te zien bidden.
Naar hun voorbeeld raakte hij geïnteresseerd in H. Theresia. Hij las haar autobiografie (Verhaal van een ziel). Zo vond hij - eindelijk - onder de heiligen van de katholieke kerk het "antwoord op de problemen rond het Hiernamaals, die Confucius zo angstvallig had vermeden."'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten