'In 1943, 24 jaar oud,
deed Afif afstand van het atheïsme
en keerde terug naar de religieuze plichten van de islam:
"Ik leefde als een atheïst, zowel in artikel als daad, gedurende mijn middelbare school- en universiteitsstudies. Ik gebruikte mijn studie van de Kantiaanse filosofie als basis om mijn atheïsme ten aanzien van God en mijn twijfels over het vermogen van de geest om het metafysische te kennen, te rechtvaardigen.
Ik spande me tot het uiterste in om het idee van God dat zich aan mij opdrong, te verwijderen. Ondanks al mijn pogingen bleef God me op een scherpe en aandringende manier achtervolgen. Uiteindelijk drong Hij zich aan mij op. Deze keer gaf ik me over en twijfelde niet langer aan Zijn bestaan: God bestaat, Hij heeft mij geschapen en het is mij onmogelijk om aan Hem te ontsnappen.
Ik richtte me tot God in smeekbeden en gebeden, in een poging om meer kennis over de Schepper te vergaren: Wie zijt Gij, mijn Heer en mijn God? Waarom hebt Gij mij geschapen? Hoe wilt Gij dat ik in dit wereldse leven leef?
Het werd me duidelijk dat ik hulp nodig had van de leringen van de profeten, want zij waren de trouwe boodschappers die aan de mensen overbrachten wat God hen had opgedragen. Daarom koos ik de islam als mijn religie.
Omdat het de leringen van de hemelse religies omvat en Mohammed het Zegel der Profeten is, begon ik de plichten van de islam met oprechtheid en toewijding te vervullen, en mijmerde veel over de Koran en zijn interpretaties, de soenna, de biografie en de boeken van de soefi's, filosofen en theologen."
Op een dag, tijdens het bidden,
maakte hij een diepe spirituele ervaring mee.
"Op een nacht,
terwijl ik aan het bidden was,
in de laatste neerbuiging, herhaalde ik in extase:
Mijn Heer, verméérder mijn kennis en geloof in U!
Toen verscheen er plotseling een man,
Zijn voeten dicht bij mijn hoofd, Zijn lengte de aarde en hemel vullend.
Ik zag Zijn voeten of Zijn lengte niet met mijn ogen,
maar voelde Hem met mijn hele wezen,
één oog op Hem gericht.
Ik voelde een oneindige kracht
die mij en het universum vasthield.
Vanaf die nacht was mijn hart gespeend,
en ik beloofde mijn Heer
mijn lichaam en ziel aan Hem te wijden."'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten