Na de zondeval...
maakte God aan de engelen Zijn plan voor het herstel van de mensheid bekend.
Ik zag de troon van God. Ik zag de Allerheiligste Drieëenheid en een beweging in de Goddelijke Personen. Ik zag de negen engelenkoren en God aankondigen hoe Hij het gevallen ras zou herstellen. Ik zag de onuitsprekelijke vreugde en jubel van de engelen bij de aankondiging.
Ik zag Adams glinsterende rots van edelstenen oprijzen voor de troon van God, alsof hij door engelen werd gedragen. Er waren trappen in uitgehakt, het werd groter, het werd een troon, een toren, en het strekte zich naar alle kanten uit totdat het alle dingen omvatte.
Ik zag de negen engelenkoren eromheen, en boven de engelen in de hemel zag ik het beeld van de Maagd. Het was niet Maria in de tijd tijd, het was Maria in de eeuwigheid, Maria in God.
De Maagd ging de toren binnen, die openging om haar te ontvangen, en ze leek er één mee te worden. Toen zag ik uit de Allerheiligste Drie-eenheid een verschijning komen die eveneens de toren binnenging.
-
Tussen de engelen zag ik een soort ostensorium [monstrans] waar iedereen aan het werk was. Het had de vorm van een toren en erop was allerlei geheimzinnig houtsnijwerk. Ernaast stonden aan weerszijden twee figuren, met hun handen in elkaar geslagen de toren omhelzend. Elk moment werd die groter en magnifieker.
Ik zag iets van God door de engelenkoren gaan en het ostensorium binnengaan. Het was een stralend Heilig Ding, en het werd duidelijker gedefinieerd naarmate het dichter bij het ostensorium kwam. Het leek mij de kiem te zijn van de goddelijke zegening voor een zuiver nageslacht die aan Adam was gegeven, maar werd ingetrokken toen hij op het punt stond naar Eva te luisteren en ermee instemde de verboden vrucht te eten.
Het was de zegening die wederom aan Abraham werd geschonken, aan Jacob onttrokken, door Mozes in de Ark van het Verbond gedeponeerd en ten slotte ontvangen door Joachim, de vader van Maria, opdat Maria zo zuiver en vlekkeloos zou zijn in haar conceptie als Eva was toen ze tevoorschijn kwam uit de zijde van de slapende Adam.
Het ostensorium ging eveneens de toren in.
Ik zag ook een door de engelen bereide kelk.
Het had dezelfde vorm als die gebruikt werd bij het Laatste Avondmaal, en het ging ook de toren in.
Rechts van de toren zag ik, alsof op de rand van een gouden wolk, wijnstokken en tarwe in elkaar verstrengeld als de vingers van gevouwen handen.
Daaruit ontsproot een tak, een hele genealogische boom, met op de takken kleine figuurtjes, van mannetjes en vrouwtjes die elkaar de hand reikten. De hoogste bloesem was de kribbe met het kind.
Toen zag ik in beelden het Mysterie van de Verlossing, van de Belofte tot aan de volheid van de tijd, en op beelden in de marge zag ik tegenwerkende invloeden aan het werk.
Eindelijk, over de glanzende rots, zag ik een grote en prachtige kerk. Het was de Ene, Heilige, Katholieke Kerk, die in zichzelf de redding van de hele wereld draagt.
De verbinding van deze beelden met elkaar, en hun overgang van de ene naar de andere was geweldig. Zelfs wat slecht was en tegen het beoogde doel inging, zelfs wat door de engelen als ongeschikt werd verworpen, werd ondergeschikt gemaakt aan de ontwikkeling van de Verlossing.
-
En zo zag ik de oude Tempel van onderaf oprijzen.
Hij was erg groot en leek op een kerk, maar hij had geen toren. Hij werd door de engelen aan de kant geduwd, en stond daar schuin. Ik zag een grote mosselschelp [symbool van heidense aanbidding en mythologie? hinduïsme?] verschijnen en proberen de oude tempel binnen te dringen. Maar ook die werd terzijde geschoven.
Ik zag een brede, afgehakte toren verschijnen [piramide] door wiens talrijke poorten figuren als Abraham en de kinderen van Israël binnenkwamen. Het was kenmerkend voor hun slavernij in Egypte. Die werd opzij geschoven, evenals een andere Egyptische toren in trapvorm. De laatste stond symbool voor astrologie en waarzeggerij. Toen verscheen een Egyptische tempel. Hij werd net als de anderen opzij geschoven en bleef scheef staan.
Eindelijk zag ik een visioen op aarde...
zoals God aan Adam had getoond.
Namelijk dat een maagd zou opstaan...
en hem de zaligmaking zou herstellen die hij had verbeurd.
Adam wist niet wanneer het zou plaatsvinden, en ik zag zijn diepe droefheid, omdat Eva hem alleen maar zonen schonk. Maar eindelijk kreeg ze een dochter.
Ik zag Noe en zijn offer op het moment dat hij van God de zegen ontving. Toen kreeg ik visioenen van Abraham, van zijn zegen en van de belofte van een zoon Isaak. Ik zag de Zegening neerdalen van de eerstgeborene op de eerstgeborene, en altijd overgedragen met een sacramentele handeling.
Ik zag Mozes in de nacht van Israëls vertrek uit Egypte, het Mysterie in bezit krijgen, het Heilige, waarvan niemand anders wist dan Aäron. Ik zag het daarna in de Ark van het Verbond. Alleen de hogepriesters en bepaalde heiligen hadden er door een openbaring van God enige kennis van.
Ik zag de overdracht van dit Mysterie doorheen het voorgeslacht van Jezus Christus, tot aan Joachim en Anne, het zuiverste en heiligste paar dat ooit heeft bestaan, en uit wie Maria, de vlekkeloze Maagd, werd geboren.
En toen zag ik Maria...
de lévende Ark van Gods Verbond worden.
[emmerich]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten