Nadat ze in 1946, 27j. oud, een graad in pedagogiek had behaald...
keerde ze terug naar haar geboorteland, Urbania.
Op 16 april 1951, 32j. oud, had ze een bekering.
Ze maakte een afspraak met de pastoor van de Sint-Franciscuskerk, pater Cristoforo Campana, omdat haar grootmoeder op sterven lag. Ze wilde hem ook spreken los daarvan, en vertelde de priester alles over haar slechte ervaringen met de kerk, en dat dit haar laatste poging was om terug te keren. Cristoforo Campana aanvaardde om haar geestelijk leidsman te zijn, en ze keerde inderdaad kort daarna terug naar de kerk.
Op 16 juni 1951 legde ze al een gelofte van eeuwige maagdelijkheid af.
Vanaf dat moment werd haar gebeds- en boeteleven intenser.
Terwijl ze als verpleegster werkte bij de Fondazione Bonomelli in Milaan, een liefdadigheidsinstelling, werd ze naar het kleine stadje Spotorno gestuurd om kinderen voor te lichten over tbc-preventie.
Kort na haar aankomst brak er een epidemie uit, en werd ze samen met de kinderen in quarantaine geplaatst. Dit is het moment waarop haar eerste mystieke ervaringen begonnen, en ze begon er vervolgens brieven over te schrijven aan haar geestelijke leidsman.
Ze voelde dat een andere persoon in haar hoofd aan het praten was. En als hij stopte, antwoordde ze terug. In het begin duurden deze dialogen slechts een paar minuten, maar naarmate ze langer werden, liet ze alles waar ze mee bezig was achter, en verstopte zich, zodat mensen niet gealarmeerd zouden raken.
Haar geestelijke vader was natuurlijk voorzichtig en zei haar geen aandacht te schenken aan deze stem, het was waarschijnlijk haar verbeelding. Hoe ze dit echter ook probeerde te negeren, het ging maar door en haar strijd ertegen vergde veel van haar gezondheid.
-
Toen ze, eind maart 1952, eenmaal terug was in Urbania...
wilde pater Campana onderzoeken wat er met haar aan de hand was.
Dit is wat hij schreef:
'Terwijl ze tegen me sprak, merkte ik dat ze haar ogen half sloot, afstandelijk werd, en begon te praten met ‘iemand’ die onzichtbaar was. Het zou tussen een kwartier en een half uur duren. Dan zou alles weer normaal worden. Ze zou zich schamen als ze besefte dat ik daar was, en zeggen: 'Het is niet mijn schuld. Jij bent nog steeds hier?'
Pater Campana raadpleegde vele boeken over mystieke fenomenen, en aangezien de inhoud van haar gesprekken zeer spiritueel waren en hij er geen leerstellige fouten in ontdekte, besloot hij dit door te laten gaan. Dit gebeurde regelmatig, telkens op vrijdag.
Op een vrijdag toen pater Campana erbij aanwezig was...
hoorde hij 'de stem' tegen hem zeggen, via Maria Teresa:
'Ik wil mijn Passie herhalen in dit schepsel. Jij, als haar geestelijke vader, kunt accepteren of weigeren dat dit gebeurt. Omdat jij de autoriteit bent die Mij vertegenwoordigt. Maar weet dat dit Mijn wil is.'
Hoewel pater Camapna begreep wie tegen hem sprak, vroeg hij toch: 'Maar wie ben jij?'
'Ik ben Jezus. Deze ziel heeft zich aan Mij aangeboden, en Ik heb haar aanbod aanvaard. Zij zal een slachtoffer zijn voor de redding van velen, volgens wat ze je heeft verteld.'
'Wat moet ik doen?'
'Volgende Goede Vrijdag zullen haar handen, voeten en hart worden doorboord. De wonden zullen niet aan de buitenkant verschijnen, want alles moet verborgen blijven, zoals je zei. Maar later, wanneer je maar wilt, kun je ze laten verschijnen en zullen ze zichtbaar worden.'
In deze dialoog herkennen we de grootsheid van het priesterschap. Jezus laat de beslissing of de stigmata intern of extern zullen blijven over aan de geestelijke leidsman van Maria Teresa, pater Cristoforo Campana, die later monseigneur werd.
-
Toen Maria Teresa weer bij bewustzijn kwam...
herinnerde ze zich niets meer van wat er was gezegd in deze dialoog tussen Jezus en haar geestelijk leidsman. Pater Campana vroeg haar toen: 'Als Jezus met jou een nauwere band met jou zou willen hebben, om je te verenigen met Zijn lijden, wat zou je dan zeggen?'
'Als Hij dit wil, dan ben ik bereid.'
'Hij wil het inderdaad.' antwoordde Campana.
-
Op Goede Vrijdag, 11 april 1952 [feestdag van H.Gemma Galgani, die ook de stigmata ontving...]...
ging pater Campana om 14.45u naar haar [33j. oud] toe, en vond haar lijdend in bed.
Hij vroeg haar of ze veel leed, en met opeengeklemde tanden, bijna niet in staat haar mond te openen, zei ze: 'Zo erg!'
Om 15u was pater Campana getuige van het vreselijke lijden, toen ze aan het kruis leek te zijn genageld en toen leek het erop dat ze haar laatste adem had uitgeblazen en stierf.
Ze bleef een paar minuten zo staan, deed toen haar ogen open, glimlachte en zei: 'Het is klaar.'
Ze kon echter pas om middernacht uit bed komen.
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten