Op een mooie zonnige ochtend, de 27ste juli 1970...
stierf Salazar in de bescheiden woning die hij betrok in Lissabon, in het huis zelf waar hij gedurende zijn hele politieke loopbaan gewerkt had.
Twee jaar tevoren was hij door een hersenbloeding getroffen geweest, die het hem onmogelijk maakte nog langer zijn functie uit te oefenen.
Toen zijn kist naar buiten werd gedragen om overgebracht te worden naar het Mosteiro dos Jerónimos, in Belém aan de Taag, begon de stilzwijgende massa spontaan met witte zakdoeken te zwaaien, zoals het de traditie is in Fatima wanneer het beeld van de H. Maagd in processie wordt rondgedragen. De volgende dagen defileerde een onafgebroken stroom mensen voorbij het stoffelijk overschot.
Op 30 juli...
werd in de kloosterkerk een plechtige lijkdienst opgedragen.
Daarna werd de kist over de reusachtige Praça do Império gedragen, waarna ze aan boord van een speciale trein werd gebracht, waarop werd plaatsgenomen door het staatshoofd, de eerste-minister en driehonderd personen die de toelating hadden gekregen om Salazar op zijn laatste reis te begeleiden.
Langs het gehele parcours dat de trein moest afleggen van Lissabon naar Santa Comba Dão, een tocht van vier uur, stond een immense massa opeengepakt, in de stations, langs de wegen en de velden, de vrouwen meestal geknield, de mannen blootshoofds, velen in tranen.
De dankbare Portugese natie bracht een laatste eerbetoon aan de man van wie zij wist dat hij een geschenk van hun Hemelse Moeder was geweest.
Salazar werd volgens zijn eigen wens begraven op het kleine kerkhof van Vimieiro, het gehucht van Santa Comba Dão waar hij op 28 april 1889 als eenvoudige boerenzoon geboren was, in een omgeving van wijngaarden en olijfbomen op het platteland van de Beira Alta.
Op zijn grafsteen staat niet eens zijn volledige naam.
Enkel drie initialen: AOS...
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten