Elke keer als ik Maria de Heilige Kruisweg zag maken...
droeg ze een overkleed dat in plooien over de rug viel tot aan de voeten. Het werd over de schouders gelegd en met een knoop onder de kraag vastgemaakt. Het was om het middel omgord en nam zo de bruinachtige onderjurk in zich op. Het bleek een feestelijk gewaad te zijn, want in overeenstemming met oude joodse gebruiken had Anne ook een soortgelijk gewaad gedragen.
Haar haar was verborgen onder een gelige kap, die puntig op het voorhoofd stond en in plooien aan de achterkant van het hoofd was samengebonden. Een zwarte sluier van zachte stof hing tot ver onder het middel.
In deze jurk zag ik haar de kruisweg maken. Ze had het bij de kruisiging gedragen onder de mantel van gebed of rouw, die haar geheel omhulde, en ze droeg het nu alleen bij het uitvoeren van deze devotie. Als ze thuis aan het werk was, legde ze het opzij.
De Heilige Maagd was nu zeer gevorderd in jaren...
maar ze had in haar uiterlijk geen ander teken van ouderdom dan dat van een groot verlangen, dat uiteindelijk haar verheerlijking bewerkstelligde. Ze was onuitsprekelijk ernstig. Ik heb haar nooit zien lachen.
Hoe ouder ze werd, hoe witter en transparanter haar gezicht werd. Ze was mager, maar ik zag geen rimpel, geen teken van verval in haar. Ze was als een geest.
Eens zag ik...
de Heilige Maagd en vijf andere vrouwen de Heilige Weg maken, waarlangs zij als eerste ging. Ze was volkomen wit en transparant, onbeschrijflijk ontroerend om naar te kijken. Het leek me dat ze nu de devotie voor de laatste keer deed.
Onder de heilige vrouwen die met haar aan het bidden waren, waren er verschillende die haar hadden leren kennen in het eerste jaar van Jezus’ onderrichting. De ene was een familielid van de profetes Anna, en de andere was de kleindochter van een tante van moederszijde van Elizabeth.
Ik zag elke ochtend en avond, twee van de vrouwen beurtelings de kruisweg maken.
Nadat Maria drie jaar in de nederzetting bij Efeze had gewoond...
vatte ze een groot verlangen op om Jeruzalem te bezoeken. Dus begeleidden Johannes en Petrus haar daarheen. Verschillende apostelen waren daar bijeen, van wie ik me Thomas herinner. Ik denk dat het een concilie was, en Mary stond de apostelen bij met haar advies.
Bij haar aankomst zag ik haar, in de avondschemering, op bezoek, voordat ze de stad binnenging, op de Olijfberg, de Calvarieberg, bij het Heilig Graf en alle Heilige Plaatsen rond Jeruzalem.
De Moeder Gods was zo bedroefd...
zo bewogen door medeleven...
dat ze nauwelijks kon lopen.
Peter en John ondersteunden haar onder de armen.
Anderhalf jaar voor haar dood...
maakte ze nog een reis van Efeze naar Jeruzalem.
En ik zag haar opnieuw de Heilige Plaatsen bezoeken.
Ze was onuitsprekelijk bedroefd en ze zuchtte voortdurend: 'O mijn zoon! Mijn zoon!'
Toen ze bij de achterpoort van dat paleis kwam waar ze Jezus voor het eerst met het kruis had zien passeren en waar Hij viel, was ze zo van streek door de pijnlijke herinnering, dat ook zij op de grond zonk. Haar metgezellen dachten dat ze stervende was.
Ze brachten haar naar Sion, waar het Cenaculum nog steeds bestond, en in een van wiens gebouwen ze haar intrek nam. Dagenlang leek ze zo zwak en zo dicht bij de dood, dat haar vrienden erover begonnen te denken om een tombe voor haar te maken.
Zelf koos ze voor een grot op de Olijfberg.
En de apostelen lieten daar een prachtige tombe bouwen door een christelijke steenhouwer.
Velen waren van mening dat ze echt zou sterven, en zo verspreidde het bericht van haar dood zich naar het buitenland. Maar ze hervond voldoende kracht om terug te reizen naar Efeze, waar ze anderhalf jaar later inderdaad stierf.
Het graf dat voor haar op de Olijfberg was gemaakt, werd sindsdien altijd in ere gehouden, en in een latere periode werd er een kerk overheen gebouwd.
Johannes Damascenus, zoals mij in een visioen werd verteld, schreef van horen zeggen dat de Heilige Maagd stierf in Jeruzalem en daar werd begraven. Haar dood, haar Tenhemelopneming en de plaats van haar graf, zoals ik geloof, heeft God toegelaten om onderwerpen te zijn van een onzekere traditie, zodat de heidense gevoelens van die tijd het christendom niet zouden binnendringen.
Want de Heilige Maagd zou anders misschien worden aanbeden als een godin.
[emmerich]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten