In de buurt van haar woning [in Efeze]...
liet de Heilige Maagd zelf de staties van de heilige kruisweg oprichten.
Ik zag haar eerst alleen gaan, en alle bijzondere punten van de bittere Passie afmeten, volgens het aantal stappen die Ze na de dood van Haar Zoon zo vaak had geteld. Aan het einde van elk aantal stappen, hief Ze een gedenksteen op, ter herinnering aan het bijzondere lijden dat Haar Goddelijke Zoon daar had doorstaan.
Ik zag Haar met een scherp instrument, een stylus, vastleggen wat er had plaatsgevonden, en hoeveel stappen het er naartoe waren. Als er toevallig een boom op die specifieke plek stond, markeerde Ze die als zijnde een van de Staties, waarvan er twaalf waren.
-
De weg leidde naar een bosje.
En daar was het Heilig Graf, dat werd voorgesteld door een grot in de flank van een heuvel.
Nadat alle staties definitief waren gemarkeerd, liep de Heilige Maagd, samen met haar dienstmaagd, in stille meditatie de hele heilige weg. Toen ze een statie bereikten, gingen ze zitten, mediteerden over het Mysterie en de betekenis ervan, en baden.
Stap voor stap, werd de hele route verbeterd en steeds mooier aangelegd. Johannes gaf regelmatig opdracht om monumenten op te richten. Ik zag ook dat de grot die het Graf voorstelde werd ontruimd en geschikter gemaakt voor gebed.
De gedenkstenen lagen in holtes van grotere of kleinere diepte. Ze waren bedekt met gras en bloemen en omgeven door een heg. Ze waren van gepolijst wit marmer. Door het gras was de dikte van de ondergrond niet te zien.
De gelovigen droegen bij het verrichten van deze devotie een kruis van ongeveer 30 cm lang, met een steun die ze in de kleine holte aan de bovenkant van de steen plaatsten terwijl ze aan het mediteren waren, ofwel knielend ofwel ter aarde geworpen op hun gezicht.
Het pad dat in zo'n holte rond de steen liep, was breed genoeg voor twee personen om naast elkaar te lopen. Er waren twaalf van zulke stenen. Toen de devotie was afgelopen, werd elk bedekt met een mat. De zijkanten en de basis van alle hadden vergelijkbare inscripties in Hebreeuwse karakters, maar de holle plaatsen waarin ze rustten verschilden, sommige waren groter, andere kleiner.
-
De eerste statie, of dat van de Olijfberg, was in een klein dal. Er was een kleine grot in, waarin meerdere mensen samen konden knielen.
De Calvariebergstatie was de enige statie die niet in een holte lag, maar op een heuvel. Voor die van het Heilig Graf, moest men een andere heuvel oversteken, aan de andere kant waarvan in een holte de gedenksteen stond.
Vandaar daalde men af, naar de voet van de heuvel, in het Graf zelf, waarin later het stoffelijk overschot van Maria rustte. Ik denk dat dit graf nog steeds onder het aardoppervlak bestaat, en dat het ooit aan het licht zal komen.
[emmerich]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten