woensdag 16 november 2022

brat albert 6

Door de voorzienigheid...

werd Adam Chmielowski's aardse lot van kinds af aan al met de armen in verband gebracht. 

Toen men zich direct na de bevalling afvroeg of het tere jongetje wel zou leven, regelde zijn moeder de zgn. 'zegen van de armen': ze vroeg de bedelaars die voor de kerk stonden om het kind mee vast te houden, samen met de peetouders, voor de doop.

De jongen herstelde, maar een paar jaar later werd hij opnieuw ernstig ziek. Zijn moeder deed toen een belofte aan God dat als Adam het zou overleven, ze hem mee zou nemen op een dankbedevaart naar het wonderbaarlijke kruisbeeld in de cisterciënzerabdij in Mogiła bij Krakau en - volgens de gewoonte van die tijd - een religieus habijt zou dragen voor die tijd. De jongen herstelde.



Na het neerslaan van de Januari-opstand... 

zette Adam Chmielowski zoals gezegd zijn ingenieursstudies voort in Gent... 

maar hij ontdekte al snel zijn passie voor kunst. Hij begon zijn studies aan de School voor Schone Kunsten van Warschau en ging uiteindelijk naar de Academie voor Schone Kunsten in München. Het was daar, in de hoofdstad van Beieren, en vervolgens in Parijs, dat hij erg religieus werd.

'Kun je met kunst ook God dienen?' vroeg hij zich vaak af. Een van zijn toenmalige medebewoners in Parijs herinnerde zich dat 'hij diep religieus was, we gingen elke zondag samen naar de Poolse kerk.'

Ze woonden ook de aanbidding van het Heilig Sacrament bij in de kapel van de Franciscaanse Missionarissen. Chmielowski was ook 'zeer barmhartig en ging nooit voorbij aan de armen zonder aalmoezen te geven.'

Hij schilderde in die tijd veel en hij was er heel goed in.

Zijn schilderijen wonnen zelfs prijzen.

-

Naarmate hij ouder werd... 

raakte hij meer en meer ontevreden over de wereld. 

Na zijn terugkeer naar Polen in september 1880, trad hij toe tot het jezuïetennoviciaat in Stara Wieś

Waarom? 'Ik kan dit slechte leven dat de wereld ons serveert, niet langer verdragen, ik wil die zware ketting niet meer dragen. De wereld rukt als een dief elke dag en ieder uur al het goede uit het hart, het steelt de liefde van de mensen, het steelt vrede en geluk, het steelt onze God en de hemel. Voor dit alles houd ik een wet hoog: als ik mijn ziel verlies, wat zou ik dan nog hebben?' - schreef hij in een brief aan de beroemde actrice Helena Modrzejewska, die hij in Parijs had leren kennen.


Leon Wyczółkowski


De jezuïeten accepteerden hem niet. 

Ze waren bang voor de spirituele crisis die hij op dat moment doormaakte. 

Nadat hij die had overwonnen, trad hij toe tot de Derde Orde van Sint Franciscus. Als broeder besloot Albert het pad van Sint Franciscus van Assisi trouw te volgen en in extreme armoede te leven. Hij bracht de rest van zijn leven door in Krakau, waar hij de armen begon te helpen.

'Als je de armen wilt redden, moet je ze niet belasten met vermaningen of zedenpreken, terwijl je zelf goed gevoed bent en goed gekleed gaat. Je moet minder worden dan de allerarmsten om hen op te tillen!' dacht hij.

'Hoe meer iemand in de steek gelaten is, hoe groter de liefde waarmee we die persoon moeten dienen, omdat het de gewonde Heer zelf is die we redden, in Zijn aangezicht van de lijdenden.'

-

Hij woonde bij de armen in de stookruimte... 

sleepte een kar door de stad en verzamelde voedsel en andere geschenken voor hen. 

Hij bleef schilderen, maar nu enkel om in het levensonderhoud van zijn paupers te voorzien.

Al snel kreeg hij het gezelschap van een paar broeders die al evenzeer extreem zware levensomstandigheden en extreme armoede konden doorstaan. Zo zijn de Albertijnen geboren. Broeder Albert richtte al snel ook de vrouwelijke tak van zijn gemeenschap op, om voor arme vrouwen te zorgen.


[bron]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten