maandag 14 november 2022

treinta y tres 1




Virgen de los Treinta y Tres (Uruguay)
Onze Lieve Vrouw van de Drieëndertig
-feest 2e zondag van november-


Tussen 1760 en 1771... 

op de grens van de koloniale jurisdictie van Montevideo, waren er de Forten van el Pintado, die de Spaanse kolonisten beschermden tegen de Indianen of de Portugese bandieten die uit Río Grande kwamen.

Verdediging en evangelisatie kwamen in dat gebied samen, toen de kapel van de Virgen del Luján of del Pintado werd gebouwd, waaruit de stad met dezelfde naam zou ontstaan. Daar werd, met de titel Onze Lieve Vrouw van Luján, een afbeelding van de Onbevlekte of 'Zeer Zuivere en Schone Ontvangenis' vereerd.

Het beeld werd in 1779 geschonken door de indiaan Antonio Díaz, uit Santo Domingo Soriano, die het moet hebben gevraagd of ontvangen van de jezuïeten van de nabijgelegen estancia Nuestra Señora de los Desamparados [OLV vd Hulpelozen]. Die Indiaan plaatste het beeld ter verering op een pilaar of in de holte van een boom, waardoor een kleine nis ontstond.

In 1787 had de kapel van el Luján al een priester. In 1790 werd ze gepromoveerd tot vice-parochie van Canelones. En in januari 1791 arriveerde de eerste kapelaan, de priester Juan Manuel Morilla, luitenant-priester van Canelones. Zijn permanente aanwezigheid maakte van het geïsoleerde dorp El Pintado een centrum van sociale en religieuze beweging.



Aan het einde van de 18e eeuw... 

begon echter een periode van verval in de stad Pintado. 

Het was gelegen op de dorre en rotsachtige top van een bergketen, in een gebied ver van het bos en de beek, ver dus van brandhout en water. Bovendien was het perceel erg smal, en ontbrak het aan gemene grond. Maar wat de meeste invloed had, was de stichting van de stad Melo in 1795 en de kapellen van Farruco en Diego González.

Ondanks de langzame dood van de stad, verminderden de inwoners hun religieuze ijver niet. Op 6 november 1804, stuurden ze een brief naar de bisschop van Buenos Aires, Mgr. Benito Lué y Riega, die toen een pastoraal bezoek bracht aan de Banda Oriental [alles ten O.v.Uruguay-rivier]

Ze vroegen hem de Luján-kapel tot parochie te verheffen, gaven de bevoegdheidsgrenzen aan en vroegen hem om de toenmalige luitenant-priester, León Porcel de Peralta, als interim-priester aan te wijzen. De bisschop stemde in met het verzoek, op 12 februari 1805.



Eind februari 1809 dan...

begon priester Santiago Figueredo zijn ambt in de nieuwe parochie. 

En op 24 april 1809 stichtte hij de stad San Fernando de Florida. De overdracht van de kolonisten van de stad Pintado naar de nieuwe stad Florida, gebeurde evenwel in fasen vanaf de datum van de stichting. Kort daarvoor vertrok al de grootste groep, met alle goederen van de kapel aan boord: ornamenten, boeken, kruisen, kandelaars, heilige vaten. Het beeld van de María van Luján leidde de mars, gevolgd door de pastoor en alle buren, sommigen te voet, anderen te paard, tot slot nog, aangedreven door hun eigenaars.

De karavaan arriveerde gelukkig in het nieuwe dorp en het heilige beeld van de 'Pura Concepción' werd op het nieuwe en eenvoudige altaar geplaatst. Door de jaren heen zou dat beeld de plek gedenkwaardig maken en zou het het spirituele centrum van de mensen worden. Het zou Florida, 'De Bloeiende Stad van Maria', worden genoemd.



De priester Figueredo... 

was de belangrijkste vertegenwoordiger van de revolutie in het uitgestrekte landschap van zijn parochie. In 1809 was zijn Florida-pastorie immers het toneel van de eerste geheime bijeenkomsten van de patriotten. 

De broers en neven van de pastoor, samen met Francisco Melo, Pedro Celestino Bauzá en andere buren, ontmoetten elkaar daar en Figueredo wist hen een sterk verlangen bij te brengen om te werken aan onafhankelijkheid van Spanje.

In 1811 was Florida in beweging. In mei werd het eerste squadron patriotten gevormd. Toen alles klaar was, ging de pastoor naar de kerk, gevolgd door soldaten en buren, en na de bescherming van de Maagd Maria in haar kleine beeltenis te hebben gevraagd, vierde hij de mis. Het was de eerste die in Florida werd gehouden voor het ontluikende vaderland. 

Kort daarna voegde de priester Figueredo, aan het hoofd van zijn mannen, zich bij het bevrijdende leger en ontving van José Artigas de benoeming tot kapelaan van het leger. Drieëndertig oostelijke patriotten, die elkaar ontmoetten in Buenos Aires, kwamen op het idee om naar de Banda Oriental te verhuizen om het te bevrijden van de Braziliaanse overheersing en het te herenigen met de Verenigde Provincies van de Río de la Plata.



In 1909 herstelden Monestier Bros. het beeld... 

en ontdekten dat het was gesneden in het cederhout van de jezuïetenmissies van Paraguay, de oorspronkelijke kleuren waren blauw, rood en goud, en het zou dateren uit 1730.


[bron]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten