I
Ik ben in doodsangst tot het einde der wereld [cf.Blaise Pascal]...
en de wereld is stervende door te vergeten dat op het hoogste punt van het Kruis...
Mijn ziel, verscheurd in Bloed, jou is komen zoeken.
Het hoofd gekroond met menselijke doornen, spuug op het voorhoofd vermomd als zoen, wat maakt het uit! Ik zet Mijn Droom voort om op een dag jou te kunnen vinden, kind, opgeheven van de aarde, vibrerend met de geest van mijn Vader, met open armen, het hart vooraan!
Refrein
Om de liefde van de Liefde gaf Ik jullie alles, én Mijn leven én Mijn dood én Mijn hemel als een aandeel. Maar in deze oneindigheid begreep je niet, dat God op het hout schipbreuk leed om alle verloren kinderen, beroofd van het absolute, op de kust te schieten, blijf bij Mij!
II
Op de dag van je doop, in ziel en lichaam, wilde Ik je, als een rivier van zuiver water aan de voorkant van je levensjaren, in een stortvloed van vriendschap meevoeren op de golven van Mijn Goddelijkheid.
Met het Hoofd gekroond door miljoenen sterren, wilde Ik jou een eeuwigheid lang verrukken. Maar jij, verstrikt in je zeilen, liet Me wegdrijven. Ik huil om je onverschilligheid, Ik sterf aan je wanhoop, verdronken in angst, die de zee in gaat!
III
Op de avond van de laatste dag, toen Ik Mijn leven opgaf, in de beker van Bloed, in mijn geofferde Vlees, en alle tijden omarmde, wilde Ik lichaam blijven, aanwezig in de hele mensheid.
Aan de priesters, Mijn kinderen, heb ik Mijn lijden toevertrouwd, dat redding geeft in gewijde hosties. In jou, als je natuurlijk naar voor gaat, kom Ik alles vernieuwen. Waarom laat je het Mysterie stemloos weerklinken op de aarde, laat je mijn Lichaam sterven van de kou?
IV
Maar het grootste geheim, nooit genoeg verklapt, is om verborgen te leven in de schoot van Maria, een weerspiegeling van Haar Genade, en kijk daar ben je, overwonnen door de Wind die naar het paradijs voert.
Haar wezen in een aureool van Goddelijk Licht komt om te knielen voor de verloren mens. Ontvang in het geloof van Mijn Moeder de kracht om weer op te staan, hoor de zachtheid van de roep die uit Haar eeuwige handen rijst, gekomen om al Haar kinderen te zoeken!
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten