maandag 25 december 2023

garnier 5



In 1896 

raakte Adèle bevriend met een jonge vrouw, Alice Andrade, toen 23j. oud, die geloofde dat ze voorbestemd was voor een religieuze stichting waar veel gebeden zou worden voor de Kerk en Frankrijk. 

In december, zonder nog een begin te kunnen maken met het leiden van een gemeenschappelijk leven, wijden zij zich samen aan God toe en nemen een kleine regel aan die eindigt met 'Amen-Alleluia', twee woorden die de nieuwe congregatie dierbaar zullen worden. 

-

In maart 1897 

diende een derde metgezel een aanvraag in voor de stichting, 

en in juni nam de kleine groep, al snel aangevuld met een vierde zuster, zijn intrek in een appartement in Montmartre. 

Ze reciteren samen het Officie, en beginnen van zodra mogelijk met de aanbidding overdag en daarna met nachtelijk. Er zijn werken voorzien van apostolaat, die het contemplatieve leven niet mogen schaden. 

Op 29 juni wijden de nieuwe nonnen zich in de crypte van de nieuwe basiliek toe aan Sint-Pieter. Op 21 november dragen ze onder hun burgerkleding een witte wollen scapulier. Op de voorkant wordt het Heilig Hart van Jezus afgebeeld, omringd door een doornenkroon, en daaronder de sleutels van Sint-Pieter; achteraan staat een kruis met de M van Maria. 

Het motto van de jonge gemeenschap is 'Gloria Deo per Sacratissimum Cor Jesu' (Eer aan God door het Allerheiligste Hart van Jezus).



Op 4 maart 1898 

gaf kardinaal Richard, aartsbisschop van Parijs, toestemming voor het begin van een canoniek noviciaat: de Sociëteit van Aanbidders van het Heilig Hart van Montmartre werd opgericht. 

Kort daarna zullen de constituties van het opkomende werk, geïnspireerd door de Regel van Sint-Augustinus, worden goedgekeurd. 

-

Op 9 juni 1899 

het jaar van de toewijding van het menselijk ras aan het H. Hart van Jezus door paus Leo XIII

legden de eerste vier nonnen hun professie af. Adèle zal voortaan bekend staan ​​als Moeder Marie de Saint-Pierre. Voor haar is Montmartre het centrum van al haar werk van aanbidding en nationaal herstel. 

Maar wat de Aanbidders van Montmartre voor Frankrijk zijn, moeten ze ook zijn voor de andere landen waarheen ze geroepen zullen worden. Zo zal de hele gemeenschap verenigd zijn in gebed voor de Kerk en de Paus, en zal elk huis een bijzondere rol vervullen ten opzichte van het land dat haar huisvest.



In de maanden die volgden 

kochten de zusters een pand vlakbij de Sacré-Cœurbasiliek. 

Maar... in 1901 verordende de Franse regering, uit antiklerikalisme, de ontbinding van religieuze congregaties. De aanbidders van Montmartre gaan in ballingschap naar Londen. 

Op 21 november van dit jaar trokken ze voor het eerst het religieuze habijt aan, bestaande uit een witte tuniek, een rood scapulier en een zwarte sluier, die ze in Frankrijk niet hadden kunnen dragen. 

-

In maart 1903

vestigde de jonge gemeenschap zich in Tyburn, de ‘mons martyrum’ (berg der martelaren) van Londen. Daar hebben in de 16e en 17e eeuw honderden martelaren, priesters, religieuzen, leken en vrouwen hun bloed vergoten omdat ze trouw bleven aan de Roomse Kerk. 

In de daaropvolgende jaren maakte de gemeenschap veel beproevingen en ernstige financiële problemen door. Maar de Voorzienigheid van het Hart van Jezus kijkt toe en op een dag hoort Moeder de Heer innerlijk tegen haar zeggen over de gemeenschap: 'Ik wil niet dat die verloren gaat!'






De komst van roepingen maakte in 1909 

een stichting in België mogelijk. 

Moeder Marie de Saint-Pierre voelt zich echter al enkele jaren intern aangetrokken om de Regel van Sint-Benedictus over te nemen. 

In maart 1913 werd ze, begunstigd door een visioen van Sint-Benedictus zelf, genezen van een ernstige ziekte, en op 17 januari 1914 namen de zusters de Regel van Sint-Benedictus over. Ze dragen dan zwarte kleding, maar behouden de witte kleur voor diensten in het koor.


[bron]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten