maandag 25 december 2023

garnier 3





Na de ramp van de oorlog van 1870... 

zich de openbaringen herinnerend [in de 17e eeuw] van het Heilig Hart van Jezus aan de heilige Marguerite-Marie Alacoque, lanceerden twee fervente christenen, Alexandre Legentil en Hubert Rohault de Fleury, het idee om een ​​tempel voor het Heilig Hart te bouwen, waar gebed onophoudelijk naar de hemel zou opstijgen voor de paus, de kerk en Frankrijk. 

In 1872 hoorde Adèle, nadat ze een krantenartikel had horen voorlezen over dit project voor een votiefkerk gewijd aan het Heilig Hart, een innerlijke stem die tegen haar zei: ‘Daar wil Ik jou hebben.’ Sindsdien achtervolgde deze roeping haar zonder ophouden, met grote zachtmoedigheid.

Op een avond in september 1874 merkte ze heel helder dat Onze Heer dag en nacht de expositie van het Heilig Sacrament in Montmartre verlangde, en hoorde ook deze woorden heel duidelijk: 'Ga de aartsbisschop van Parijs zoeken en praat met hem.' 

Met goedkeuring van haar geestelijk leidsman ging ze naar kardinaal Guibert, die enigszins ironisch antwoordde dat de kerk nog niet eens was opgericht en dat haar verzoek hem niet haalbaar leek. Het was echter de kardinaal zelf die later de eeuwige aanbidding tot stand zou brengen die hij toen voor onmogelijk had gehouden (en die sinds 1 augustus 1885 dag en nacht niet is opgehouden.)

-

Op 16 juni 1875 werd de eerste steen gelegd... 

van de toekomstige basiliek van Montmartre

Diezelfde dag biedt Adèle, in eenheid met de aanbidding van liefde en eerherstel die er aan Christus moest worden betoond, zichzelf aan als slachtoffer om heel specifiek te delen in het lijden van de Verlosser, doorheen haar eigen leven.

-

Aan het einde van datzelfde jaar... 

terwijl de basiliek van Montmartre werd gebouwd, schreef Adèle aan kardinaal Guibert: 

‘In dit Frankrijk waar Hij van houdt, en waar het Hem behaagde de stromen van liefde en barmhartigheid te manifesteren waarvan de H. Eucharistie zowel de oceaan als het kanaal is... verwacht Jezus hier niet dat zielen, voorwerp van Zijn bijzondere barmhartigheden, door zich met Hem te verenigen, zich voor altijd wijden aan het herstelgericht gebed aan de voet van Zijn altaar? En dat ze door hun nederige smeekbeden een vertraging verkrijgen van de frequentie van heiligschennis, en een rem zetten op de besmettelijke verspreiding van onverschilligheid en vergeetachtigheid?'




Zo brengt zij een verzoek van Jezus tot uitdrukking: 

de oprichting van een nieuwe orde van aanbidding van nonnen. 

Zelf begon zij op 18 mei 1876 een gebedsleven in een klein appartement in Montmartre. 

Maar haar gezondheid verzwakte en ze leed een echt martelaarschap, waarvan ze alleen verlichting kreeg tijdens de mis, waarin haar ziel genaden van troost ontving. Naarmate de ziekte verergert, wordt het duidelijk dat ze dit soort leven niet kan blijven leiden. Omdat ze de wil van God hierin onderscheidde, verliet ze Montmartre op 13 september daaropvolgend, met de onoverwinnelijke hoop daar terug te keren. 

-

Maandenlang bleef ze bij haar familie... 

tussen leven en dood, waarna ze weer enigszins gezond werd. 

Lang later zou ze over deze lange tijd van beproeving zeggen: ‘Ik had periodes van vreselijke en soms heel lange droefheid en ontmoediging... Ik kon mezelf alleen maar neerleggen en nauwelijks een ander gebed uitspreken dan het Onze Vader.’

-

In 1878 ging Adèle naar Lourdes. 

‘Op 15 augustus’, schreef ze, ‘terwijl ik voor de grot in gebed was, kwam het bij me op dat Maria mij daarheen had gebracht om het werk en alle toekomstige slachtofferzielen onder haar moederlijke bescherming te plaatsen. Dus schreef ik aan Haar voeten in een paar regels een nederige offerande van de opkomende Sociëteit, volledig toegewijd en uitsluitend gewijd aan het eerherstel aan het Hart van Jezus, onder de bescherming van de Onbevlekte Maria... Ik stopte het vel papier in een gleuf van de rots... Het ontsnapte uit mijn vingers en viel in een gat waar geen profaan oog, geen hand, doorheen kon dringen.' 

Tegelijkertijd begroef een vriendin van Adèle met een soortgelijk gebaar het offer van hun twee levens in de fundamenten van de basiliek van Montmartre.


[bron]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten