'Vrienden, dit is reeds de tweede brief die ik u schrijf.
In mijn brieven probeer ik bij u een zuivere gezindheid levendig te houden
door u te herinneren aan de voorspellingen van de heilige profeten
en aan het Gebod van onze Heer en Heiland
dat u door uw apostelen is overgeleverd.
Gij moet vooral weten
dat er in de laatste dagen spotters zullen komen
mensen die leven volgens hun eigen begeerten
en die honend vragen: 'Waar blijft nu de wederkomst die Hij heeft toegezegd?
Onze vaderen zijn al gestorven, maar alles blijft zoals het van het begin der schepping geweest is.'
Zij gaan met opzet voorbij aan het feit...
dat er lang geleden een hemel en een aarde bestonden
door Gods woord gevormd uit water en door middel van water
en dat die toenmalige wereld vergaan is, verzwolgen door het water.
Maar de hemel en de aarde van nu
zijn door hetzelfde woord opgespaard voor het vuur
en bewaard voor de dag van het oordeel en de ondergang der goddelozen.
Een ding echter, vrienden, mag u niet ontgaan:
voor de Heer is een dag als duizend jaren en duizend jaren als een dag.
De Heer talmt niet met zijn belofte, zoals sommigen menen, maar Hij heeft geduld met u
daar Hij wil dat állen tot inkeer komen en niemand verloren gaat.
Maar de dag des Heren zal komen als een dief.
Dan zullen de hemelen dreunend vergaan
en de elementen door vuur worden verteerd
en de aarde en de daden op aarde verricht zullen zich bevinden (voor Gods oordeel).
Wanneer alles zo vergaat
hoe moet gij dan uitmunten door een heilig leven en innige vroomheid
de komst verwachtend en verhaastend van de dag Gods
waardoor de hemelen in vlammen zullen opgaan
en de elementen wegsmelten in de vuurgloed.
Maar volgens Zijn Belofte
verwachten wij níeuwe hemelen en een níeuwe aarde...
waar Gerechtigheid zal wonen.
In deze verwachting, geliefden, moet gij u beijveren onbevlekt en onberispelijk voor Hem te verschijnen, in vrede met God.
En beschouwt het uitstel dat de Heer u in zijn lankmoedigheid gunt, als een genade ten heil.
In deze geest heeft ook onze geliefde broeder Paulus u geschreven met de hem verleende wijsheid, evenals in alle brieven, wanneer hij over deze dingen spreekt.
Daarin komt het een en ander voor dat moeilijk is, en waarvan de betekenis door onwetende en onstandvastige lieden tot hun eigen verderf wordt verdraaid;
hetzelfde doen zij trouwens met de overige geschriften.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten